Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Zalaegerszegi Járásbíróság (Hongarije) op 12 maart 2020 – Strafzaak tegen LU

(Zaak C-136/20)

Procestaal: Hongaars

Verwijzende rechter

Zalaegerszegi Járásbíróság

Partij in de strafzaak

LU

Prejudiciële vragen

Dient de regel van artikel 5, lid 1, van kaderbesluit 2005/214/JBZ van de Raad inzake de toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning op geldelijke sancties1 aldus te worden uitgelegd dat indien de beslissingsstaat melding heeft gemaakt van een van de in dat lid opgesomde gedragingen, de autoriteit van de tenuitvoerleggingsstaat geen enkele discretionaire ruimte heeft om de tenuitvoerlegging te weigeren en dus verplicht is de beslissing uit te voeren?

Indien de vorige vraag ontkennend wordt beantwoord, kan de autoriteit van de tenuitvoerleggingsstaat zich dan op het standpunt stellen dat de in de beslissing van de beslissingsstaat vermelde gedraging niet overeenkomt met de gedraging die in de opsomming is omschreven?

____________

1 PB 2005, L 76, blz. 16.