Language of document :

Hogere voorziening ingesteld op 11 oktober 2018 door Apple Distribution International tegen de beschikking van het Gerecht (Achtste kamer) van 27 juli 2018 in zaak T-101/17: Apple Distribution International/Europese Commissie

(Zaak C-633/18 P)

Procestaal: Engels

Partijen

Rekwirante: Apple Distribution International (vertegenwoordigers: S. Schwiddessen, H. Lutz, Rechtsanwälte, N. Niejahr, Rechtsanwältin, A. Patsa, advocate)

Andere partij in de procedure: Europese Commissie

Conclusies

vernietiging van de bestreden beschikking in haar geheel;

verklaring dat Apple rechtstreeks en individueel is geraakt door het litigieuze besluit;

terugverwijzing van de zaak naar het Gerecht voor uitspraak ten gronde over het geding; en

verwijzing van de Commissie in haar eigen kosten en in de kosten van Apple met betrekking tot deze procedure en de procedure voor het Gerecht.

Middelen en voornaamste argumenten

Apple voert aan dat de bestreden beschikking blijk geeft van onjuiste rechtsopvattingen:

ten eerste heeft het Gerecht bij de beoordeling of de bestreden beschikking de concurrentiepositie van Apple op de markt voor thuisvideo-entertainmentdiensten in Duitsland door het litigieuze besluit1 wezenlijk wordt beïnvloed, een vertekend beeld geschetst en geen rekening gehouden met relevant bewijsmateriaal.

ten tweede heeft het Gerecht de wettelijke toets voor de beoordeling van de individuele geraaktheid verkeerd toegepast door vast te stellen dat Apple niet behoort tot een gesloten groep van ondernemingen die ten tijde van de vaststelling van het litigieuze besluit identificeerbaar waren op grond van voor de leden van die groep specifieke criteria.

ten derde schendt het Gerecht artikel 119 van zijn Reglement voor de procesvoering en artikel 36 van het Statuut van het Hof van Justitie door geen motivering te verschaffen voor de conclusie dat: (i) het door Apple aangevoerde bewijsmateriaal ter beoordeling van de mogelijke gevolgen van de steun voor haar concurrentiepositie op de markt voor de levering van thuisvideo-entertainmentdiensten in Duitsland ontoereikend is, en (ii) het bestaan van individuele geraaktheid moet worden vastgesteld aan de hand van het tijdstip waarop de omstreden maatregel op nationaal niveau is opgesteld, aangenomen en ten uitvoer gelegd.

ten vierde schendt het Gerecht Apple’s rechten van verdediging door zich te baseren op door de Commissie ingediende opmerkingen in antwoord op vragen van het Gerecht, waarop Apple niet heeft kunnen reageren.

____________

1 Besluit (EU) 2016/2042 van de Commissie van 1 september 2016 betreffende de steunmaatregel SA.38418 — 2014/C (ex 2014/N) die Duitsland voornemens is ten uitvoer te leggen ten gunste van de filmproductie en filmdistributie (PB 2016, L 314, blz. 63).