Language of document :

Beroep ingesteld op 3 oktober 2018 – Republiek Polen / Europees Parlement en Raad van de Europese Unie

(Zaak C-626/18)

Procestaal: Pools

Partijen

Verzoekende partij: Republiek Polen (vertegenwoordiger: B. Majczyna, pełnomocnik)

Verwerende partijen: Europees Parlement, Raad van de Europese Unie

Conclusies

nietigverklaring van artikel 1, punt 2, onder a), en van artikel 3, lid 3, van richtlijn (EU) 2018/957 van het Europees Parlement en de Raad van 28 juni 2018 tot wijziging van richtlijn 96/71/EG betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten1 ;

verwijzing van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie in de kosten.

Mocht het Hof van Justitie oordelen dat de bestreden bepalingen van richtlijn (EU) 2018/957 niet zonder inhoudelijke wijziging kunnen worden gescheiden van de rest van die richtlijn, verzoekt de Republiek Polen subsidiair om volledige nietigverklaring van richtlijn (EU) 2018/957.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert de Republiek Polen tegen de bestreden bepalingen van richtlijn 2018/957 de volgende middelen aan:

middel ontleend aan de invoering van krachtens artikel 56 VWEU verboden beperkingen op het vrij verrichten van diensten binnen de Europese Unie ten aanzien van onderdanen van lidstaten, die zijn gevestigd in een andere lidstaat dan die waarin de ontvanger van de dienst is gevestigd, door:

de lidstaten te verplichten tot het waarborgen, voor de gedetacheerde werknemers, van de beloning, met inbegrip van vergoedingen voor overwerk, die wordt vastgesteld overeenkomstig de wetgeving of praktijk van de lidstaat waar de werknemers zijn gedetacheerd [artikel 1, punt 2, onder a)],

de lidstaten te verplichten tot het waarborgen dat gedetacheerde werknemers in beginsel worden onderwerpen aan alle toepasselijke arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden die zijn vastgesteld overeenkomstig de wetgeving of praktijk van de lidstaat waar de werknemer is gedetacheerd, indien de daadwerkelijke duur van een detachering van één werknemer of de totale duur van een detachering van werknemers die elkaar in dezelfde functie vervangen, 12 maanden, en in geval de dienstverlener een gemotiveerde kennisgeving verstrekt, 18 maanden overtreft [artikel 1, lid 2, onder b)],

middel ontleend aan schending van artikel 53, lid 1, en artikel 62 VWEU, door op basis van die bepalingen maatregelen vast te stellen die niet tot doel hebben de uitoefening van zelfstandige activiteiten te vergemakkelijken (vereenvoudiging van het verrichten van grensoverschrijdende diensten) doch tegen dat doel indruisen,

middel ontleend aan schending van artikel 53, lid 1, en artikel 62 VWEU gelezen in samenhang met artikel 58, lid 1, VWEU door de bestreden richtlijn toe te passen op het wegvervoer (artikel 3, lid 3).

De Republiek Polen stelt onder meer dat de bestreden bepalingen betreffende de beloning van de gedetacheerde werknemers met name tot doel hebben het vrij verrichten van diensten te beperken door de dienstverleners zwaarder te belasten, zodat hun concurrentievoordeel ten gevolge van de lagere tarieven die gelden in hun land van vestiging, wordt weggenomen. De ingevoerde wijzigingen leiden tot discriminatie van grensoverschrijdende dienstverleners. Die wijzigingen worden niet gerechtvaardigd door dwingende redenen van algemeen belang, met name niet door redenen van de sociale bescherming van werknemers en eerlijke concurrentie. Bovendien schenden ze het evenredigheidsvereiste.

____________

1 PB 2018, L 173, blz. 16.