Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Nejvyšší správní soud (Tsjechië) op 31 maart 2020 – Kemwater ProChemie s. r. o. / Odvolací finanční ředitelství

(Zaak C-154/20)

Procestaal: Tsjechisch

Verwijzende rechter

Nejvyšší správní soud

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Kemwater ProChemie s. r. o.

Verwerende partij: Odvolací finanční ředitelství

Prejudiciële vragen

Is het verenigbaar met richtlijn 2006/112/EG1 dat aan de uitoefening van het recht op aftrek van voorbelasting de voorwaarde wordt gesteld dat de belastingplichtige voldoet aan de verplichting te bewijzen dat de door hem in het kader van een belastbare handeling ontvangen prestatie door een andere specifieke belastingplichtige is verricht?

Indien de eerste vraag bevestigend wordt beantwoord: kan aan een belastingplichtige het recht op aftrek van voorbelasting worden ontzegd indien hij de genoemde bewijsverplichting niet vervult, ook al is niet aangetoond dat hij wist of had kunnen weten dat hij bij de verwerving van de betrokken goederen of diensten betrokken was bij belastingfraude?

____________

1 Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB 2006, L 347, blz. 1).