Language of document :

Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 15 november 2018 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Oberste Gerichtshof - Oostenrijk) – Helleense Republiek / Leo Kuhn

(Zaak C-308/17) 1

[Prejudiciële verwijzing – Verordening (EU) nr. 1215/2012 – Rechterlijke bevoegdheid in burgerlijke en handelszaken – Werkingssfeer – Artikel 1, lid 1 – Begrip „burgerlijke en handelszaken” – Obligaties die door een lidstaat zijn uitgegeven – Betrokkenheid van de particuliere sector bij de herstructurering van de staatsschuld – Eenzijdige wijziging met terugwerkende kracht van de emissievoorwaarden – Collectieve-actieclausules – Beroep dat tegen die staat wordt ingesteld door particuliere schuldeisers die als natuurlijke personen houders van die obligaties zijn – Aansprakelijkheid van de staat wegens een handeling of nalaten in de uitoefening van het openbaar gezag]

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Oberste Gerichtshof

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Hellenische Republik

Verwerende partij: Leo Kuhn

Dictum

Artikel 1, lid 1, van verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken moet aldus worden uitgelegd dat een geding als het hoofdgeding, betreffende een rechtsvordering die tegen een lidstaat is ingesteld door een natuurlijke persoon die door deze lidstaat uitgegeven obligaties heeft verworven en waarmee wordt opgekomen tegen de omwisseling van die obligaties tegen obligaties met een lagere waarde, welke omwisseling aan die natuurlijke persoon is opgelegd door toepassing van een in uitzonderlijke omstandigheden door de nationale wetgever vastgestelde wet op grond waarvan die voorwaarden eenzijdig en met terugwerkende kracht zijn gewijzigd door invoering van een collectieve-actieclausule die een meerderheid van de houders van de betrokken obligaties in staat stelt een dergelijke omwisseling aan de minderheid op te leggen, niet onder het begrip „burgerlijke of handelszaken” in de zin van die bepaling valt.

____________

1 PB C 283 van 28.8.2017.