Language of document : ECLI:EU:C:2019:255

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer)

27 maart 2019 (*)

„Prejudiciële verwijzing – Consumentenbescherming – Richtlijn 2011/83/EU – Artikel 6, lid 1, onder k), en artikel 16, onder e) – Op afstand gesloten overeenkomst – Herroepingsrecht – Uitzonderingen – Begrip ‚verzegelde goederen die niet geschikt zijn om te worden teruggezonden om redenen van gezondheidsbescherming of hygiëne en waarvan de verzegeling na de levering is verbroken’ – Matras waarvan de bescherming door de consument is verwijderd na levering”

In zaak C‑681/17,

betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 267 VWEU, ingediend door het Bundesgerichtshof (hoogste federale rechter in burgerlijke en strafzaken, Duitsland) bij beslissing van 15 november 2017, ingekomen bij het Hof op 6 december 2017, in de procedure

slewo – schlafen leben wohnen GmbH

tegen

Sascha Ledowski,

wijst

HET HOF (Zesde kamer),

samengesteld als volgt: C. Toader, kamerpresident, A. Rosas en M. Safjan (rapporteur), rechters,

advocaat-generaal: H. Saugmandsgaard Øe,

griffier: A. Calot Escobar,

gezien de stukken,

gelet op de opmerkingen van:

–        slewo – schlafen leben wohnen GmbH, vertegenwoordigd door F. Buchmann, Rechtsanwalt,

–        Sascha Ledowski, vertegenwoordigd door H. G. Klink, Rechtsanwalt,

–        de Belgische regering, vertegenwoordigd door P. Cottin en J. Van Holm als gemachtigden,

–        de Italiaanse regering, vertegenwoordigd door G. Palmieri als gemachtigde, bijgestaan door P. Garofoli, avvocato dello Stato,

–        de Europese Commissie, vertegenwoordigd door M. Kellerbauer en N. Ruiz García als gemachtigden,

gehoord de conclusie van de advocaat-generaal ter terechtzitting van 19 december 2018,

het navolgende

Arrest

1        Het verzoek om een prejudiciële beslissing betreft de uitlegging van artikel 6, lid 1, onder k), en artikel 16, onder e), van richtlijn 2011/83/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende consumentenrechten, tot wijziging van richtlijn 93/13/EEG van de Raad en van richtlijn 1999/44/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van richtlijn 85/577/EEG en van richtlijn 97/7/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB 2011, L 304, blz. 64).

2        Dit verzoek is ingediend in het kader van een geding tussen slewo – schlafen leben wohnen GmbH (hierna: „slewo”) en Sascha Ledowski betreffende de uitoefening, door deze laatste, van zijn herroepingsrecht met betrekking tot een via de website van slewo gekochte matras.

 Toepasselijke bepalingen

3        De overwegingen 3, 4, 7, 34, 37, 47 en 49 van richtlijn 2011/83 luiden als volgt:

„(3)      In artikel 169, lid 1, en artikel 169, lid 2, onder a), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) is bepaald dat de Unie dient bij te dragen tot de verwezenlijking van een hoog niveau van consumentenbescherming door middel van maatregelen die zij op grond van artikel 114 van het Verdrag neemt.

(4)      [...] Harmonisatie van bepaalde aspecten van overeenkomsten op afstand [...] is noodzakelijk voor de bevordering van een echte interne markt voor de consument, waarbij een juist evenwicht ontstaat tussen een hoog beschermingsniveau voor de consument en het concurrentievermogen van het bedrijfsleven, met inachtneming van het subsidiariteitsbeginsel.

[...]

(7)      Volledige harmonisatie van een aantal centrale regelgevingsaspecten moet de rechtszekerheid voor zowel de consumenten als de handelaren aanzienlijk verbeteren. [...] Bovendien moeten de consumenten een hoog gemeenschappelijk niveau van bescherming genieten in de gehele Unie.

[...]

(34)      De handelaar moet de consument duidelijke en begrijpelijke informatie geven vóór de consument wordt gebonden door een overeenkomst op afstand [...].

[...]

(37)      Aangezien de consument bij verkoop op afstand de goederen niet kan zien voordat hij de overeenkomst sluit, dient hij een herroepingsrecht te hebben. Om diezelfde reden moet de consument de goederen die hij gekocht heeft kunnen testen en inspecteren, voor zover dit noodzakelijk is om de aard, de kenmerken en de werking van de goederen na te gaan. [...]

[...]

(47)      Sommige consumenten maken gebruik van hun herroepingsrecht nadat zij de goederen meer dan noodzakelijk gebruikt hebben om de aard, de kenmerken en de werking ervan vast te stellen. In dat geval dient de consument zijn herroepingsrecht niet te verliezen, maar aansprakelijk te zijn voor het waardeverlies van de goederen. Het uitgangspunt dient te zijn dat de consument, om de aard, de kenmerken en de werking van de goederen te controleren, deze slechts op dezelfde manier mag hanteren en inspecteren als hij dat in een winkel zou mogen doen. De consument mag dus bijvoorbeeld wel proberen of een kledingstuk past, maar hij mag het niet langere tijd dragen. De consument dient de goederen tijdens de herroepingstermijn dus met gepaste zorg te hanteren en te inspecteren. De verplichtingen van de consument bij herroeping mogen de consument niet ontmoedigen zijn herroepingsrecht uit te oefenen.

[...]

(49)      Bepaalde uitzonderingen op het herroepingsrecht moeten mogelijk zijn [...] voor op afstand [...] gesloten overeenkomsten. Het is mogelijk dat een herroepingsrecht, bijvoorbeeld gezien de aard van de betrokken goederen of diensten, niet op zijn plaats is. [...]”

4        Artikel 1 van deze richtlijn, met het opschrift „Onderwerp”, bepaalt:

„Het doel van deze richtlijn is om door de verwezenlijking van een hoog niveau van consumentenbescherming bij te dragen aan de goede werking van de interne markt door bepaalde aspecten van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake tussen consumenten en handelaren gesloten overeenkomsten onderling aan te passen.”

5        Artikel 6 van deze richtlijn, met het opschrift „Informatievoorschriften voor overeenkomsten op afstand en buiten verkoopruimten gesloten overeenkomsten”, bepaalt in lid 1 ervan:

„Voordat de consument door een overeenkomst op afstand [...] is gebonden, verstrekt de handelaar de consument op duidelijke en begrijpelijke wijze de volgende informatie:

[...]

k)      indien er niet voorzien is in een herroepingsrecht overeenkomstig artikel 16, de informatie dat de consument geen herroepingsrecht heeft of, voor zover van toepassing, de omstandigheden waarin de consument zijn herroepingsrecht verliest;

[...]”

6        Artikel 9 van dezelfde richtlijn, met het opschrift „Herroepingsrecht”, bepaalt in lid 1 ervan:

„Behoudens wanneer de in artikel 16 bepaalde uitzonderingen van toepassing zijn, beschikt de consument over een termijn van 14 dagen om de overeenkomst op afstand [...] zonder opgave van redenen te herroepen, en zonder andere kosten te moeten dragen dan die welke in artikel 13, lid 2, en artikel 14 zijn vastgesteld.”

7        Artikel 12 van richtlijn 2011/83, met het opschrift „Gevolgen van herroeping”, luidt:

„De uitoefening van het herroepingsrecht beëindigt de verplichting voor de partijen om:

a)      de overeenkomst op afstand [...] uit te voeren, [...]

[...]”

8        Artikel 13 van deze richtlijn, met het opschrift „Verplichtingen van de handelaar bij herroeping”, bepaalt in lid 1 ervan:

„De handelaar vergoedt alle van de consument ontvangen betalingen, inclusief, voor zover van toepassing, de leveringskosten, onverwijld en in elk geval uiterlijk 14 dagen na de dag waarop hij wordt geïnformeerd van de beslissing van de consument om de overeenkomst overeenkomstig artikel 11 te herroepen.

[...]”

9        Artikel 14 van die richtlijn, met het opschrift „Verplichtingen van de consument bij herroeping”, bepaalt in lid 2 ervan:

„De consument is alleen aansprakelijk voor de waardevermindering van de goederen die het gevolg is van het behandelen van de goederen dat verder gaat dan nodig was om de aard, de kenmerken en de werking van de goederen vast te stellen. [...]”

10      Artikel 16 van dezelfde richtlijn, met het opschrift „Uitzonderingen op het herroepingsrecht”, luidt als volgt:

„De lidstaten voorzien niet in het in de artikelen 9 tot en met 15 bedoelde herroepingsrecht voor overeenkomsten op afstand [...] betreffende:

[...]

e)      de levering van verzegelde goederen die niet geschikt zijn om te worden teruggezonden om redenen van gezondheidsbescherming of hygiëne en waarvan de verzegeling na de levering is verbroken;

[...]”

 Hoofdgeding en prejudiciële vragen

11      slewo is een online handelaar die onder meer matrassen verkoopt.

12      Op 25 november 2014 heeft Ledowski voor privédoeleinden een matras tegen de prijs van 1 094,52 EUR besteld op de website van slewo. De algemene verkoopvoorwaarden op de door slewo opgestelde factuur bevatten met name „informatie over het recht van herroeping door de consument”, waarin staat te lezen:

„Wij zullen de kosten voor het terugzenden van de goederen voor onze rekening nemen. [...] Uw herroepingsrecht vervalt voortijdig in de volgende gevallen: bij overeenkomsten over de levering van verzegelde goederen die om redenen van gezondheidsbescherming of hygiëne niet geschikt zijn om te worden teruggezonden, wanneer hun verzegeling na de levering werd verwijderd.”

13      De door Ledowski bestelde matras was bij levering voorzien van een beschermfolie die Ledowski daarna verwijderde.

14      Op 9 december 2014 heeft Ledowski slewo per e‑mail laten weten dat hij de matras in kwestie wilde terugzenden en heeft hij het bedrijf verzocht het vervoer ervan te regelen.

15      Aangezien dit vervoer niet werd geregeld door slewo, heeft Ledowski de transportkosten (95,59 EUR) op zich genomen.

16      Ledowski heeft bij het Amtsgericht Mainz (rechter in eerste aanleg Mainz, Duitsland) een rechtsvordering ingesteld tot vergoeding van de aankoopprijs en de kosten van vervoer van de betrokken matras, in totaal 1 190,11 EUR, vermeerderd met rente, alsmede tot vergoeding van de advocatenkosten.

17      Bij vonnis van 26 november 2015 heeft het Amtsgericht Mainz deze vordering toegewezen.

18      Bij arrest van 10 augustus 2016 heeft het Landgericht Mainz (rechter in tweede aanleg Mainz) dit vonnis in hoger beroep bevestigd.

19      In deze omstandigheden heeft slewo beroep in Revision ingesteld bij de verwijzende rechter, het Bundesgerichtshof.

20      De verwijzende rechter is van mening dat artikel 16, onder e), van richtlijn 2011/83 het herroepingsrecht enkel uitsluit wanneer het goed na de verbreking van de verzegeling om redenen van gezondheid of hygiëne definitief niet meer kan worden verkocht, zoals met name het geval is bij bepaalde cosmetische producten of artikelen voor hygiënisch gebruik, bijvoorbeeld tandenborstels.

21      In dit verband herinnert hij eraan dat overeenkomstig vaste rechtspraak van het Hof bepalingen die een uitzondering vormen op een door het Unierecht verleend recht, zoals het herroepingsrecht dat in het hoofdgeding aan de orde is, eng moeten worden uitgelegd.

22      Anders dan artikelen voor hygiënisch gebruik in strikte zin, is een door een consument teruggezonden matras waarvan de verzegeling is verbroken, evenwel niet definitief ongeschikt om te worden verkocht. Deze conclusie zou in het bijzonder voortvloeien uit het gebruik van matrassen in de hotelsector, uit het bestaan van een markt voor tweedehands matrassen (met name op internet) en uit de mogelijkheid om gebruikte matrassen te reinigen.

23      Indien artikel 16, onder e), van richtlijn 2011/83 aldus moet worden uitgelegd dat de in die bepaling bedoelde goederen die om redenen van gezondheidsbescherming of hygiëne niet geschikt zijn om te worden teruggezonden, ook goederen (zoals matrassen) omvatten die bij normaal gebruik rechtstreeks met het menselijk lichaam in aanraking kunnen komen, zelfs indien de handelaar deze door gepaste reinigingsmaatregelen opnieuw geschikt kan maken voor de verkoop, rijst volgens de verwijzende rechter de vraag aan welke voorwaarden de verpakking van dergelijke goederen moet voldoen en of uit de concrete omstandigheden, met name door het aanbrengen van het woord „verzegeld” op de verpakking, duidelijk moet blijken dat het niet louter om een transportverpakking gaat maar om een verzegeling van het goed om redenen van gezondheidsbescherming of hygiëne.

24      Verder is de verwijzende rechter van mening dat artikel 6, lid 1, onder k), van richtlijn 2011/83 onvoldoende preciseringen bevat over de strekking van de informatie die de handelaar de consument – voordat deze door een overeenkomst op afstand is gebonden – dient te verstrekken met betrekking tot de omstandigheden waarin de consument zijn herroepingsrecht verliest overeenkomstig artikel 16, onder e), van deze richtlijn.

25      In deze omstandigheden heeft het Bundesgerichtshof de behandeling van de zaak geschorst en het Hof de volgende prejudiciële vragen gesteld:

„1)      Moet artikel 16, onder e), van [...] richtlijn [2011/83] aldus worden uitgelegd dat de aldaar bedoelde goederen die om redenen van gezondheidsbescherming of hygiëne niet geschikt zijn om te worden teruggezonden, ook goederen (zoals matrassen) omvatten die weliswaar bij normaal gebruik rechtstreeks met het menselijk lichaam in aanraking kunnen komen maar die de handelaar door gepaste (reinigings)maatregelen opnieuw geschikt kan maken voor de verkoop?

2)      Bij een bevestigend antwoord op de eerste vraag:

a)      Aan welke voorwaarden moet een verpakking van een goed voldoen om te kunnen spreken van een verzegeling in de zin van artikel 16, onder e), van [...] richtlijn [2011/83]?

en

b)      Moet de informatie die de handelaar krachtens artikel 6, lid 1, onder k), van [...] richtlijn [2011/83] vóór de inwerkingtreding van de overeenkomst dient te verstrekken, derwijze worden verstrekt dat de consument onder concrete verwijzing naar het voorwerp van de koop (hier: een matras) en de verzegeling ervan erop geattendeerd wordt dat hij bij verwijdering van de verzegeling het herroepingsrecht verliest?”

 Beantwoording van de prejudiciële vragen

 Eerste vraag

26      Met zijn eerste vraag wenst de verwijzende rechter in wezen te vernemen of artikel 16, onder e), van richtlijn 2011/83 aldus moet worden uitgelegd dat een goed als een matras, waarvan de bescherming door de consument is verwijderd na de levering ervan, valt onder het begrip „verzegelde goederen die niet geschikt zijn om te worden teruggezonden om redenen van gezondheidsbescherming of hygiëne en waarvan de verzegeling na de levering is verbroken” in de zin van die bepaling.

27      Vooraf dient in de eerste plaats eraan te worden herinnerd dat overeenkomstig artikel 9, lid 1, van richtlijn 2011/83, behoudens wanneer de in artikel 16 van deze richtlijn bepaalde uitzonderingen van toepassing zijn, de consument over een termijn van veertien dagen beschikt om de overeenkomst op afstand, met name zonder opgave van redenen, te herroepen.

28      In de tweede plaats dient te worden opgemerkt dat uit artikel 12, onder a), van deze richtlijn voortvloeit dat de uitoefening van het herroepingsrecht de verplichting voor de partijen om de overeenkomst op afstand uit te voeren, beëindigt.

29      Artikel 16, onder e), van deze richtlijn voorziet in een uitzondering op het herroepingsrecht voor overeenkomsten op afstand betreffende de levering van verzegelde goederen die niet geschikt zijn om te worden teruggezonden om redenen van gezondheidsbescherming of hygiëne en waarvan de verzegeling na de levering is verbroken.

30      De formulering van deze bepaling bevat evenwel geen aanwijzingen over de juiste strekking van dit begrip „verzegelde goederen die niet geschikt zijn om te worden teruggezonden om redenen van gezondheidsbescherming of hygiëne en waarvan de verzegeling na de levering is verbroken” op grond waarvan met zekerheid kan worden vastgesteld welke goederen onder dit begrip vallen en, in casu, of een goed als een matras waarvan de bescherming door de consument is verwijderd na de levering ervan, daaronder valt.

31      Dientengevolge moet bij de uitlegging van artikel 16, onder e), van richtlijn 2011/83 niet alleen rekening worden gehouden met de bewoordingen van deze bepaling, maar eveneens met de context ervan en met de doelstellingen van de regeling waarvan deze bepaling deel uitmaakt (zie in die zin arresten van 7 augustus 2018, Verbraucherzentrale Berlin, C‑485/17, EU:C:2018:642, punt 27, en 13 september 2018, Starman, C‑332/17, EU:C:2018:721, punt 23).

32      Op dit punt blijkt uit artikel 1 van richtlijn 2011/83, gelezen in het licht van de overwegingen 3, 4, en 7 ervan, dat deze richtlijn beoogt een hoog niveau van consumentenbescherming te verwezenlijken. Voorts is in het kader van het beleid van de Unie de bescherming van de consument – die zich ten opzichte van een handelaar in een zwakkere positie bevindt in die zin dat hij moet worden geacht minder goed te zijn geïnformeerd en als de economisch zwakkere en juridisch minder ervaren contractpartij moet worden beschouwd – zowel in artikel 169 VWEU als in artikel 38 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie verankerd (zie in die zin arresten van 2 maart 2017, Zentrale zur Bekämpfung unlauteren Wettbewerbs Frankfurt am Main, C‑568/15, EU:C:2017:154, punt 28; 4 oktober 2018, Kamenova, C‑105/17, EU:C:2018:808, punt 34, en 23 januari 2019, Walbusch Walter Busch, C‑430/17, EU:C:2019:47, punt 34).

33      Het herroepingsrecht beoogt de consument te beschermen in de bijzondere situatie van een op afstand gesloten overeenkomst, waarbij het de consument vóór sluiting van de overeenkomst niet mogelijk is daadwerkelijk het product te zien of van de aard van de dienstverrichting kennis te nemen. Dit recht wordt dus geacht het nadeel te vergoeden dat de consument lijdt bij een op afstand gesloten overeenkomst, door hem een passende bedenktijd toe te kennen waarin hij het verworven goed kan keuren en uitproberen (arrest van 23 januari 2019, Walbusch Walter Busch, C‑430/17, EU:C:2019:47, punt 45).

34      In dit verband moet artikel 16, onder e), van richtlijn 2011/83, dat een uitzondering vormt op het herroepingsrecht, als Unierechtelijke bepaling die met het oog op bescherming verleende rechten beperkt, eng worden uitgelegd (zie in die zin arrest van 10 september 2014, Kušionová, C‑34/13, EU:C:2014:2189, punt 77).

35      De eerste vraag moet in het licht van deze overwegingen worden beantwoord.

36      Dienaangaande preciseert overweging 49 van richtlijn 2011/83 dat een uitzondering op het herroepingsrecht haar rechtvaardiging kan vinden in de aard van de betrokken goederen.

37      In de context van artikel 16, onder e), van deze richtlijn volgt daaruit dat de aard van een goed de verzegeling van de verpakking ervan kan rechtvaardigen om redenen van gezondheidsbescherming of hygiëne en dat door de verbreking van de verzegeling van een dergelijke verpakking het erin vervatte goed dus niet langer de gezondheidsbescherming of de hygiëne kan waarborgen.

38      Na verbreking van de verzegeling van de verpakking door de consument bestaat het gevaar dat een dergelijk goed, dat niet langer de gezondheidsbescherming of de hygiëne kan waarborgen, niet opnieuw kan worden gebruikt door een derde, en dus niet opnieuw kan worden verkocht door de handelaar.

39      Erkennen, in dergelijke omstandigheden, dat de consument zijn herroepingsrecht kan uitoefenen door terugzending, aan de handelaar, van een dergelijk goed waarvan de verzegeling van de verpakking is verbroken, zou in strijd zijn met de wil van de Uniewetgever die tot uiting komt in overweging 4 van richtlijn 2011/83, volgens welke deze richtlijn ertoe moet strekken een juist evenwicht tot stand te brengen tussen een hoog beschermingsniveau voor de consument en het concurrentievermogen van het bedrijfsleven.

40      Zoals de advocaat-generaal in punt 33 van zijn conclusie heeft opgemerkt, dient derhalve te worden geoordeeld dat de uitzondering op het herroepingsrecht waarin artikel 16, onder e), van richtlijn 2011/83 voorziet, slechts toepassing vindt indien een goed, nadat de verzegeling van de verpakking ervan is verbroken, definitief niet meer kan worden verkocht om redenen van gezondheidsbescherming of hygiëne, omdat de aard zelf van dit goed het voor de handelaar onmogelijk of uiterst moeilijk maakt om maatregelen te treffen waarmee hij het opnieuw kan aanbieden zonder af te doen aan een van beide eisen.

41      Hieruit volgt dat in casu een matras, zoals die in het hoofdgeding, waarvan de bescherming door de consument is verwijderd na de levering ervan, niet valt onder de uitzondering op het herroepingsrecht als bedoeld in artikel 16, onder e), van richtlijn 2011/83.

42      Om te beginnen blijkt een dergelijke matras, ook al is die misschien gebruikt, door dit loutere feit niet definitief ongeschikt te zijn voor een nieuw gebruik door een derde of voor een nieuwe verkoop. In dit verband volstaat het met name eraan te herinneren dat eenzelfde matras wordt gebruikt door opeenvolgende gasten van een hotel, dat er een markt voor tweedehands matrassen bestaat en dat gebruikte matrassen grondig kunnen worden gereinigd.

43      Verder kan een matras, wat het herroepingsrecht betreft, worden gelijkgesteld met een kledingstuk.

44      In dit verband blijkt uit de overwegingen 37 en 47 van richtlijn 2011/83 dat de Uniewetgever beoogde de koper van een kledingstuk in de context van een verkoop op afstand toe te staan, dit te testen „om de aard, de kenmerken en de werking [ervan] na te gaan” en, in voorkomend geval, na die test zijn herroepingsrecht uit te oefenen door terugzending van het kledingstuk naar de handelaar.

45      Vast staat dat vele kledingstukken bij een normale pasbeurt rechtstreeks met het menselijk lichaam in aanraking kunnen komen, zoals dat ook bij het testen van matrassen niet kan worden uitgesloten, zonder dat daarvoor in de praktijk eisen worden gesteld in de zin van een speciale bescherming om dat contact bij het passen te vermijden.

46      Zoals de advocaat-generaal in punt 34 van zijn conclusie heeft opgemerkt, is een dergelijke gelijkstelling van die twee categorieën goederen – te weten kledingstukken en matrassen – mogelijk, omdat zelfs bij rechtstreeks contact van die goederen met het menselijk lichaam kan worden aangenomen dat de handelaar in staat is om deze goederen, na terugzending ervan door de consument, door een behandeling zoals een reiniging of een ontsmetting geschikt te maken voor nieuw gebruik door een derde en dus voor een nieuwe verkoop, zonder dat daarbij afbreuk wordt gedaan aan de eisen van gezondheidsbescherming of hygiëne.

47      Dit neemt niet weg dat de consument overeenkomstig artikel 14, lid 2, van richtlijn 2011/83, gelezen in samenhang met overweging 47 van deze richtlijn, aansprakelijk is voor de waardevermindering van een goed die het gevolg is van het feit dat hij het goed anders heeft behandeld dan nodig was om de aard, de kenmerken en de werking van het goed vast te stellen, zonder evenwel zijn herroepingsrecht te verliezen (zie naar analogie arrest van 3 september 2009, Messner, C‑489/07, EU:C:2009:502, punt 29).

48      Gelet op het voorgaande dient op de eerste vraag te worden geantwoord dat artikel 16, onder e), van richtlijn 2011/83 aldus moet worden uitgelegd dat een goed als een matras, waarvan de bescherming door de consument is verwijderd na de levering ervan, niet valt onder het begrip „verzegelde goederen die niet geschikt zijn om te worden teruggezonden om redenen van gezondheidsbescherming of hygiëne en waarvan de verzegeling na de levering is verbroken” in de zin van die bepaling.

 Tweede vraag

49      Gelet op het antwoord op de eerste vraag behoeft de tweede vraag niet te worden beantwoord.

 Kosten

50      Ten aanzien van de partijen in het hoofdgeding is de procedure als een aldaar gerezen incident te beschouwen, zodat de verwijzende rechterlijke instantie over de kosten heeft te beslissen. De door anderen wegens indiening van hun opmerkingen bij het Hof gemaakte kosten komen niet voor vergoeding in aanmerking.

Het Hof (Zesde kamer) verklaart voor recht:

Artikel 16, onder e), van richtlijn 2011/83/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende consumentenrechten, tot wijziging van richtlijn 93/13/EEG van de Raad en van richtlijn 1999/44/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van richtlijn 85/577/EEG en van richtlijn 97/7/EG van het Europees Parlement en de Raad moet aldus worden uitgelegd dat een goed als een matras, waarvan de bescherming door de consument is verwijderd na de levering ervan, niet valt onder het begrip „verzegelde goederen die niet geschikt zijn om te worden teruggezonden om redenen van gezondheidsbescherming of hygiëne en waarvan de verzegeling na de levering is verbroken” in de zin van die bepaling.

ondertekeningen


*      Procestaal: Duits.