Language of document :

Beroep ingesteld op 18 juli 2006 - Colovea / Europees Parlement

(Zaak F-77/06)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Fotini Colovea (Luxemburg, Luxemburg) [vertegenwoordiger: J. Choucroun, advocaat]

Verwerende partij: Europees Parlement

Conclusies van verzoekende partij

nietig te verklaren het besluit van het Europees Parlement van 20 september 2005, dat op 19 april 2006 is bevestigd;

het Europees Parlement te verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoekster is op 1 mei 1981 door het Europees Parlement als tijdelijk functionaris in rang B 5 aangesteld. Op 4 augustus 2005 heeft zij op grond van artikel 55 bis van het Statuut en artikel 4 van bijlage IV bis bij het Statuut een verzoek ingediend om bij wijze van voorbereiding op haar pensioen halftijds te werken. Bij de berekening van het percentage van het basissalaris waarop verzoekster recht had, heeft de administratie geen rekening gehouden met de pensioenjaren die verzoekster vóór haar indiensttreding bij het Europees Parlement had opgebouwd.

Tot staving van haar beroep voert verzoekster drie middelen aan:

1) schending van artikel 2 van bijlage VIII bij het Statuut;

2) schending van de zorgplicht;

3) schending van de plicht tot bescherming van het gewettigd vertrouwen.

____________