Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Naczelny Sąd Administracyjny (Polen) op 24 april 2019 – E. Sp. z o.o. Sp. k./Minister Finansów

(Zaak C-335/19)

Procestaal: Pools

Verwijzende rechter

Naczelny Sąd Administracyjny

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: E. Sp. z o.o. Sp. k., gevestigd te S.

Verwerende partij: Minister Finansów

Prejudiciële vragen

Staan de bepalingen van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde1 en met name artikel 90, lid 2, daarvan, gelet op de beginselen van fiscale neutraliteit en evenredigheid, toe dat de mogelijkheid om de maatstaf van heffing te verlagen in de nationale wetgeving wordt beperkt in geval van gedeeltelijke of gehele niet-betaling op grond van de specifieke fiscale status van de schuldenaar en de schuldeiser?

Meer in het bijzonder: staat het Unierecht in de weg aan de instelling in het nationale recht van een regeling inzake „oninbare vorderingen”, waarvan kan worden gebruikgemaakt op voorwaarde dat op de datum van verrichting van de dienst/levering van de goederen en op de dag vóór de indiening van de aanpassing van de belastingaangifte met het oog op de gebruikmaking van deze vrijstelling:

- de schuldenaar niet in een insolventieprocedure is verwikkeld of in liquidatie verkeert?

- de schuldeiser en de schuldenaar als actief btw-plichtige geregistreerd zijn?

____________

1 PB 2006, L 347, blz. 1.