Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Rechtbank Rotterdam (Nederland) op 24 maart 2020 – Stichting Rookpreventie Jeugd e.a. tegen Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

(Zaak C-160/20)

Procestaal: Nederlands

Verwijzende rechter

Rechtbank Rotterdam

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekers: Stichting Rookpreventie Jeugd e.a.

Verweerder: Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Andere partij: Vereniging Nederlandse Sigaretten- en Kerftakfabrikanten (VSK)

Prejudiciële vragen

Is het vormgeven van de meetmethode van artikel 4, eerste lid, van de richtlijn1 aan de hand van ISO-normen die niet vrij toegankelijk zijn, in overeenstemming met artikel 297, eerste lid, VWEU [en verordening (EU) nr. 216/20132 ] en het daaraan mede ten grondslag liggende transparantiebeginsel?

Moeten de ISO-normen 4387, 10315, 8454 en 8243 waarnaar artikel 4, eerste lid, van de richtlijn verwijst, aldus worden uitgelegd en toegepast dat in het kader van de uitleg en toepassing van artikel 4, eerste lid, van richtlijn de emissies van teer, nicotine en koolmonoxide niet alleen mei de voorgeschreven methode dienen te worden gemeten (en geverifieerd), maar dat die emissies ook op een andere wijze en met een andere intensiteit mogen of moeten worden gemeten (en geverifieerd)?

a. Is artikel 4, eerste lid, van de richtlijn in strijd met de uitgangspunten van de richtlijn en met artikel 4, tweede lid, van de richtlijn en artikel 5, derde lid, van het WHO-Kaderverdrag inzake tabaksontmoediging omdat de tabaksindustrie een rol heeft gespeeld bij de vaststelling van de in artikel 4, eerste lid, van de richtlijn genoemde ISO-normen?

b. Is artikel 4, eerste lid, van de richtlijn in strijd met de uitgangspunten van de richtlijn, met artikel 114, derde lid, VWEU, met de strekking van het WHO- Kaderverdrag inzake tabaksontmoediging en met de artikelen 24 en 35 van het Handvest omdat met de daarin voorgeschreven meetmethode niet de emissies worden gemeten van filtersigaretten bij beoogd gebruik, omdat bij die methode geen rekening wordt gehouden met het effect van ventilatiegaatjes in het filter die bij beoogd gebruik grotendeels door de lippen en de vingers van de roker worden afgesloten?

a. Welke alternatieve meetmethode (en verificatiemethode) kan of moet worden gehanteerd indien het Hof:

- vraag 1) ontkennend beantwoordt?

- vraag 2) bevestigend beantwoordt?

- vraag 3) a. en/of vraag 3) b. bevestigend beantwoordt?

b. Indien het Hof geen antwoord kan geven op vraag 4) a.: is indien tijdelijk geen meetmethode voorhanden zou zijn een situatie aan de orde als bedoeld in artikel 24, derde lid, van de richtlijn?

____________

1     Richtlijn 2014/40/EU van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake de productie, de presentatie en de verkoop van tabaks- en aanverwante producten en tot intrekking van richtlijn 2001/37/EG (PB 2014, L 127, blz. 1).

2     Verordening van de Raad van 7 maart 2013 betreffende de elektronische publicatie van het Publicatieblad van de Europese Unie (PB 2013, L 69, blz. 1).