Language of document :

Beroep ingesteld op 18 mei 2015 – ZZ e.a./EIB

(Zaak F-78/15)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partijen: ZZ e.a. (vertegenwoordiger: L. Levi, advocaat)

Verwerende partij: Europese Investeringsbank (EIB)

Voorwerp en beschrijving van het geding

Enerzijds, nietigverklaring van de in de salarisafrekeningen over februari 2015 vervatte besluiten waarbij de jaarlijkse salarisaanpassing voor 2015 is beperkt tot 1,2 % en nietigverklaring van de latere afrekeningen alsmede, voor zover nodig, van de informatieve nota’s die de verwerende partij verzoekers heeft gezonden op 6 en 10 februari 2015. Anderzijds, veroordeling van de EIB tot betaling van een vergoeding voor de materiële en immateriële schade die zou zijn geleden.

Conclusies van de verzoekende partijen

het onderhavige beroep ontvankelijk en gegrond verklaren, daaronder begrepen de daarin opgenomen exceptie van onwettigheid;

dientengevolge:

nietig verklaren het besluit vervat in verzoekers’ salarisafrekening over februari 2015 om de jaarlijkse salarisaanpassing voor 2015 te beperken tot 1,2 % en, dientengevolge, nietig verklaren de soortgelijke besluiten die in de latere salarisafrekeningen zijn opgenomen en, voor zover nodig, nietig verklaren twee informatieve nota’s die de verwerende partij verzoekers heeft gezonden op 6 en 10 februari 2015;

dientengevolge, de verwerende partij veroordelen:

tot betaling aan elke verzoeker en ter vergoeding van de materiële schade (i) van het salarissaldo overeenkomende met de toepassing van de jaarlijkse salarisverhoging voor 2015, dat wil zeggen een verhoging van 0,4 % voor de periode van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2015; (ii) van het salarissaldo overeenkomende met de gevolgen van de toepassing van de jaarlijkse aanpassing van 1,2 % voor 2015 op het bedrag van de salarissen die vanaf januari 2016 zullen worden betaald; (iii) van vertragingsrente over de verschuldigde salarissaldo’s tot aan de volledige betaling van de verschuldigde bedragen, waarbij het tarief van de toe te passen vertragingsrente moet worden berekend op basis van de rentevoet die de Europese Centrale Bank voor de betrokken periode voor de basisherfinancieringstransacties heeft vastgesteld, vermeerderd met drie punten en (iv) van een vergoeding voor het verlies aan koopkracht, zodat de volledige materiële schade voor elke verzoeker voorlopig wordt begroot op 30 000 EUR;

tot betaling aan elke verzoeker van 1 000 EUR ter vergoeding van de immateriële schade;

de EIB verwijzen in alle kosten.

____________