Language of document :

Beroep ingesteld op 11 juli 2007 - Marcuccio / Commissie

(Zaak F-133/06)

Procestaal: Italiaans

Partijen

Verzoekende partij: Luigi Marcuccio (Tricase, Italië) (vertegenwoordiger: G. Cipressa, advocaat)

Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies

verklaring van non-existentie ex lege dan wel, subsidiair, nietigverklaring van het besluit houdende afwijzing van het verzoek van 31 augustus 2005 waarbij verzoeker het tot aanstelling bevoegd gezag (TABG) vraagt, hem in het bezit te stellen van de goederen die zich voorheen bevonden in de dienstwoning die hem gedurende zijn tijd in Angola ter beschikking was gesteld en die de Commissie zich zonder titel heeft toegeëigend;

verklaring van non-existentie ex lege dan wel, subsidiair, nietigverklaring, voor zover nodig, van het besluit van het TABG van 20 juli 2006 houdende afwijzing van verzoekers klacht tegen het bestreden besluit;

veroordeling van de verwerende partij om verzoeker opnieuw in het bezit van de goederen te stellen;

veroordeling van de verwerende partij tot betaling aan verzoeker van het bedrag van 1 000 000 EUR dan wel elk hoger of lager bedrag dat het Gerecht gerechtvaardigd en billijk acht, ter vergoeding van de schade die verzoeker door het bestreden besluit heeft geleden, vanaf de datum van het verzoek van 31 augustus 2005 dan wel, subsidiair, de datum van vaststelling van het bestreden besluit, tot op heden;

veroordeling van de verwerende partij tot betaling aan verzoeker, voor elke dag vanaf vandaag tot de datum waarop de verwerende partij volledig en zonder uitzondering zal hebben voldaan aan het verzoek van 31 augustus 2005, van het bedrag van 300 EUR dan wel elk hoger of lager bedrag dat het Gerecht gerechtvaardigd en billijk acht, te betalen op de eerste dag van elke maand voor rechten die in de vorige maand zijn ontstaan, ter vergoeding van de schade die door het bestreden besluit is ontstaan en zich in de hierboven genoemde periode heeft voorgedaan;

verwijzing van de verwerende partij in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Tot staving van zijn beroep voert verzoeker drie middelen aan:

volledig ontbreken van motivering, ook wegens onlogica, tegenstrijdigheid, onduidelijkheid en het misleidende karakter van de door verweerster aangevoerde redenen;

kennelijke en ernstige schending van het recht;

schending van de zorgplicht en het beginsel van behoorlijk bestuur.

____________