Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Korkein hallinto-oikeus (Finland) op 8 maart 2019 – Veronsaajien oikeudenvalvontayksikkö

(Zaak C-215/19)

Procestaal: Fins

Verwijzende rechter

Korkein hallinto-oikeus

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Veronsaajien oikeudenvalvontayksikkö

Verwerende partij: A Oy

Prejudiciële vragen

Dienen de artikelen 13 ter en 31 bis van uitvoeringsverordening (EU) nr. 282/20111 houdende vaststelling van maatregelen ter uitvoering van richtlijn 2006/112/EG2 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde, zoals gewijzigd bij uitvoeringsverordening (EU) nr. 1042/20133 van de Raad van 7 oktober 2013 tot wijziging van uitvoeringsverordening (EU) nr. 282/2011 wat betreft de plaats van een dienst, aldus te worden uitgelegd dat een colocatiedienst zoals die in het hoofdgeding, waarbij een ondernemer aan zijn klanten serverkasten in colocatieruimtes met bijbehorende voorzieningen aanbiedt voor het plaatsen van hun servers, moet worden aangemerkt als verhuur van onroerend goed?

Moeten, bij een ontkennend antwoord op de eerste vraag, artikel 47 van btw-richtlijn 2006/112 en artikel 31 bis van bovengenoemde uitvoeringsverordening niettemin zo worden uitgelegd dat een colocatiedienst van het soort als dat in het hoofdgeding dient te worden aangemerkt als een dienst die betrekking heeft op onroerend goed, waarbij de plaats van de dienst de plaats is waar het onroerend goed is gelegen?

____________

1 PB 2011, L 77, blz. 1.

2 PB 2006, L 347, blz. 1.

3 PB 2013, L 284, blz. 1.