Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Landesverwaltungsgericht Steiermark (Oostenrijk) op 5 augustus 2020 – NW / Bezirkshauptmannschaft Leibnitz

(Zaak C-369/20)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Landesverwaltungsgericht Steiermark

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: NW

Verwerende partij: Bezirkshauptmannschaft Leibnitz

Prejudiciële vragen

Staat het Unierecht in de weg aan nationale bepalingen op grond waarvan door een reeks van nationale verordeningen een cumulatie van verlengingsperioden ontstaat die tot gevolg heeft dat de herinvoering van grenscontroles voor een langere periode dan de maximumduur van twee jaar als bedoeld in de artikelen 25 en 29 van verordening (EU) 2016/3991 , zonder een daartoe strekkend uitvoeringsbesluit van de Raad als bedoeld in artikel 29 van verordening (EU) 2016/399 mogelijk wordt gemaakt?

Moet het in artikel 21, lid 1, VWEU en in artikel 45, lid 1, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie2 neergelegde recht van vrij verkeer van de burgers van de Unie, met name in het licht van het in artikel 22 van verordening (EU) 2016/399 neergelegde beginsel van de afwezigheid van personencontroles aan de binnengrenzen, aldus worden uitgelegd dat dit tevens het recht omvat om niet te worden onderworpen aan een personencontrole aan de binnengrenzen, onder voorbehoud van de beperkingen en voorwaarden die bij de verdragen en meer bepaald in verordening (EU) 2016/399 zijn vastgesteld?

Indien de tweede vraag bevestigend wordt beantwoord:

Moeten artikel 21, lid 1, VWEU en artikel 45, lid 1, VWEU, in het licht van het nuttig effect van het recht van vrij verkeer, aldus worden uitgelegd dat zij zich verzetten tegen de toepassing van een nationale regeling die een persoon verplicht, op straffe van een bestuursrechtelijke sanctie, om bij de binnenkomst op het grondgebied via de binnengrenzen een paspoort of een identiteitskaart te tonen, zelfs indien de specifieke controle aan de binnengrenzen in strijd is met de Unierechtelijke bepalingen?

____________

1 Verordening (EU) 2016/399 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 tot vaststelling van een Uniecode voor de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode) (PB 2016, L 77, blz. 1, met rectificatie in PB 2018, L 272, blz. 69).

2 PB 2012, C 326, blz. 391).