Language of document :

Arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken (Tweede kamer) van 29 april 2015 – CJ / ECDC

(Zaken F-159/12 en F-161/12)1

(Openbare dienst – Arbeidscontractanten – Overeenkomst voor bepaalde tijd – Beëindiging – Verbreking van vertrouwensrelatie – Recht om te worden gehoord – Schending)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: CJ (vertegenwoordiger: V. Kolias, advocaat)

Verwerende partij: Europees Centrum voor Ziektepreventie en -bestrijding (ECDC) (vertegenwoordigers: aanvankelijk R. Trott, gemachtigde, A. Duron en D. Waelbroeck, advocaten, vervolgens J. Mannheim en A. Daume, gemachtigden, A. Duron en D. Waelbroeck, advocaten)

Voorwerp van zaak F-159/12

Verzoek om nietigverklaring van het besluit om verzoekers overeenkomst te beëindigen, hem te herplaatsen in zijn functie en hem het verschil te betalen tussen de bezoldiging die hij had kunnen blijven ontvangen en de vergoeding die hij ontvangt, vermeerderd met rente

Voorwerp van zaak F-161/12

Verzoek om betaling van een vergoeding voor de immateriële schade die verzoeker door zijn ontslag heeft geleden

Dictum

Het besluit van de directeur van het Europees Centrum voor Ziektepreventie en -bestrijding van 24 februari 2012 tot beëindiging van de overeenkomst van arbeidscontractant van CJ wordt nietig verklaard.

Het beroep in zaak F-159/12 wordt verworpen voor het overige.

Het beroep in zaak F-161/12 wordt verworpen.

In zaak F-159/12 draagt elke partij haar eigen kosten.

In zaak F-161/12 draagt CJ zijn eigen kosten en wordt hij verwezen in de kosten van het Europees Centrum voor Ziektepreventie en -bestrijding.

In zaak F-159/12 wordt CJ veroordeeld tot betaling van een bedrag van 2 000 EUR aan het Gerecht ter vergoeding van een deel van de vermijdbare kosten die het heeft moeten maken.

____________

____________

1     PB C 63 van 2.3.2013, blz. 26 en PB C 55 van 23.2.013, blz. 27.