Beschikking van het Gerecht voor ambtenarenzaken (Derde kamer) van 16 december 2015 – Bärwinkel/Raad
(Zaak F-118/14)1
(Openbare dienst – Ambtenaren – Hervorming van het Statuut – Overgangsregels voor de indeling in standaardfuncties – Artikel 30, lid 3, van bijlage XIII bij het Statuut – Begrip bezwarend besluit – Besluit tot erkenning dat bepaalde ambtenaren bijzondere verantwoordelijkheden dragen – Niet-plaatsing van verzoekers naam op de eerste lijst van 34 ambtenaren die bijzondere verantwoordelijkheden dragen – Vereisten van de precontentieuze fase – Ontbreken van een klacht in de zin van artikel 90, lid 2, van het Statuut – Artikel 81 van het Reglement voor de procesvoering)
Procestaal: Frans
Partijen
Verzoekende partij: Wolfgang Bärwinkel (Brussel, België) (vertegenwoordiger: M. Casado García-Hirschfeld, advocaat)
Verwerende partij: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: aanvankelijk M. Bauer en E. Rebasti, gemachtigden, vervolgens M. Bauer en M. Veiga, gemachtigden)
Voorwerp
Verzoek om nietigverklaring van de besluiten van de Raad betreffende de indeling van ambtenaren van de rangen AD 9 tot AD 14 die ambten vervullen welke bijzondere verantwoordelijkheden inhouden in de standaardfunctie „hoofd van een eenheid of gelijkwaardig” dan wel „adviseur of gelijkwaardig” vóór 31 december 2015 en verzoeker niet voor die indeling in aanmerking te laten komen
Dictum
Het beroep wordt kennelijk niet-ontvankelijk verklaard.
Elke partij draagt haar eigen kosten.
____________1 PB C 26 van 26.1.2015, blz. 48.