Language of document :

Arrest van het Hof (Derde kamer) van 21 juni 2018 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Corte di Appello di Torino - Italië) – Petronas Lubricants Italy SpA / Livio Guida

(Zaak C-1/17)1

[Prejudiciële verwijzing – Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken – Verordening (EG) nr. 44/2001 – Bevoegdheid voor individuele verbintenissen uit arbeidsovereenkomst – Artikel 20, lid 2 – Werkgever die wordt opgeroepen voor de gerechten van de lidstaat waar hij woonplaats heeft – Tegenvordering van de werkgever – Keuze van het bevoegde gerecht]

Procestaal: Italiaans

Verwijzende rechter

Corte di Appello di Torino

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Petronas Lubricants Italy SpA

Verwerende partij: Livio Guida

Dictum

Artikel 20, lid 2, van verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken, moet aldus worden uitgelegd dat het in een situatie als die in het hoofdgeding de werkgever het recht geeft om bij de rechtbank waar de door een werknemer ingestelde oorspronkelijke vordering regelmatig aanhangig is gemaakt, een tegenvordering in te stellen die is gebaseerd op een overeenkomst tot cessie van een schuldvordering die tussen de werkgever en de oorspronkelijke houder van de schuldvordering is gesloten ná de instelling van die oorspronkelijke vordering.

____________

1 PB C 112 van 10.4.2017.