Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Landesgericht Korneuburg (Oostenrijk) op 30 november 2018 – Bulgarian Air Charter Limited / NE

(Zaak C-758/18)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Landesgericht Korneuburg

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij in hoger beroep: Bulgarian Air Charter Limited

Verwerende partij in hoger beroep: NE

Prejudiciële vragen

Moeten artikel 5, lid 3, en artikel 7 van verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van verordening (EEG) nr. 295/911 aldus worden uitgelegd dat wanneer de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert, stelt dat een langdurige vertraging is veroorzaakt door buitengewone omstandigheden, die luchtvaartmaatschappij zich op de vrijstelling van artikel 5, lid 3, van verordening nr. 261/2004 alleen kan beroepen wanneer zij tevens kan stellen en aantonen dat de vertraging van de individuele passagier ook niet had kunnen worden voorkomen door een omboeking naar vervangend vervoer?

Moet een volgens de eerste prejudiciële vraag vereiste omboeking voldoen aan nadere temporele of kwalitatieve criteria, met name de criteria die worden vermeld in artikel 5, lid 3, onder c), iii), of artikel 8, lid 1, onder b) en c), van verordening nr. 261/2004?

____________

1 PB 2004, L 46, blz. 1.