Language of document : ECLI:EU:F:2014:93

ARREST VAN HET GERECHT VOOR AMBTENARENZAKEN
VAN DE EUROPESE UNIE

(Derde kamer)

14 mei 2014

Zaak F‑34/13

Christodoulos Alexandrou

tegen

Europese Commissie

„Openbare dienst – Algemeen vergelijkend onderzoek – Aankondiging van vergelijkend onderzoek EPSO/AD/231/12 – Niet-toelating tot beoordelingstoetsen – Toegang tot documenten”

Betreft:      Beroep, ingesteld krachtens artikel 270 VWEU, van toepassing op het EGA-Verdrag op grond van artikel 106 bis ervan, waarmee Alexandrou vraagt om nietigverklaring van de besluiten om hem niet toe te laten tot de beoordelingstoetsen van vergelijkend onderzoek EPSO/AD/231/12, waarvan het Europees Bureau voor personeelsselectie (EPSO) heeft kennisgegeven op 28 juni en 16 juli 2012, en van het besluit van 31 januari 2013 tot afwijzing van zijn klacht van 25 september 2012 tegen die besluiten.

Beslissing:      Het beroep wordt verworpen. Alexandrou draagt zijn eigen kosten en wordt verwezen in de kosten van de Europese Commissie.

Samenvatting

Ambtenaren – Vergelijkend onderzoek – Jury – Afwijzing van een kandidaat wegens onvoldoende punten voor de meerkeuzetoetsen – Motiveringsplicht –Omvang – Mededeling van onvoldoende eindcijfer – Toereikende motivering behoudens wanneer er sprake is van bijzondere omstandigheden

(Ambtenarenstatuut, art. 25, tweede alinea)

De verplichting tot motivering van een bezwarend besluit, zoals het besluit van een jury van een vergelijkend onderzoek ten aanzien van een kandidaat, heeft tot doel, enerzijds, de belanghebbende de nodige gegevens te verschaffen om te beoordelen of het besluit al dan niet gegrond is en, anderzijds, het rechterlijk toezicht mogelijk te maken.

Bij gebreke van bijzondere omstandigheden voldoet een administratie die aanwervingstoetsen in de vorm van meerkeuzevragen organiseert, aan haar motiveringsplicht door aan de kandidaten die niet zijn geslaagd voor deze toetsen, het percentage correcte antwoorden mee te delen en hun, desgevraagd, mee te delen welk antwoord op elk van de gestelde vragen moest worden gegeven.

(cf. punten 30‑33)

Referentie:

Gerecht van eerste aanleg: 23 januari 2003, Angioli/Commissie, T‑53/00, punt 67, en 27 maart 2003, Martínez Páramo e.a./Commissie, T‑33/00, punt 43

Gerecht voor ambtenarenzaken: 29 juni 2011, Angioi/Commissie, F‑7/07, punten 136‑138