Language of document :

Hogere voorziening ingesteld op 4 december 2019 door Ierland tegen het arrest van het Gerecht (Zevende kamer, uitgebreid) van 24 september 2019 in de gevoegde zaken T-755/15 en T-759/15, Luxemburg en Fiat Chrysler Finance Europe/Commissie

(Zaak C-898/19 P)

Procestaal: Engels

Partijen

Rekwirant: Ierland (vertegenwoordigers: M. Browne, A. Joyce, J. Quaney, P. Gallagher SC, gemachtigden, S. Kingston, B. Doherty, BL)

Andere partijen in de procedure: Europese Commissie, Fiat Chrysler Finance Europe, Groothertogdom Luxemburg

Conclusies

het arrest van het Gerecht van 24 september 2019 in de gevoegde zaken T-755/15 en T-759/15, Luxemburg en Fiat Chrysler Finance Europe/Commissie vernietigen;

het besluit van de Commissie van 21 oktober 20151 nietig verklaren; en

de Commissie verwijzen in de kosten van deze procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Eerste middel: het Gerecht heeft blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting en heeft artikel 107, lid 1, VWEU onjuist toegepast bij zijn benadering van het zogeheten zakelijkheidsbeginsel.

Tweede middel: het Gerecht heeft blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting en heeft artikel 107, lid 1, VWEU onjuist toegepast bij zijn selectiviteitsanalyse.

Derde middel: het Gerecht heeft de verplichting om zijn arrest te motiveren geschonden.

Vierde middel: het Gerecht heeft het rechtszekerheidsbeginsel geschonden door te oordelen dat de Commissie besluiten van nationale belastingdiensten kan beoordelen aan de hand van een door de Commissie gehanteerde specifieke, niet voorzienbare versie van het zakelijkheidsbeginsel, waarvan de inhoud onbekend is.

Vijfde middel: het Gerecht heeft de artikelen 4 en 5 VEU geschonden en heeft ten onrechte de staatssteunregels aangewend om de regels van de lidstaten inzake directe belasting te harmoniseren.

____________

1 Besluit (EU) van de Commissie van 21 oktober 2015 betreffende steunmaatregel SA.38375 (2014/C) (ex 2014/NN) door Luxemburg ten gunste van Fiat ten uitvoer gelegd [kennisgeving geschied onder nummer C(2015) 7152] (PB 2016, L 351, blz. 1).