Language of document :

Hogere voorziening ingesteld op 15 april 2019 door Asociación de fabricantes de morcilla de Burgos tegen de beschikking van het Gerecht (Vijfde kamer) van 14 februari 2019 in zaak T-709/18, Asociación de fabricantes de morcilla de Burgos/Commissie

(Zaak C-309/19 P)

Procestaal: Spaans

Partijen

Rekwirante: Asociación de fabricantes de morcilla de Burgos (vertegenwoordigers: J. J. Azcárate Olano en E. Almarza Nantes, abogados)

Andere partij in de procedure: Europese Commissie

Conclusies

De bestreden beschikking in haar geheel vernietigen en bijgevolg het door rekwirante krachtens artikel 263 VWEU ingestelde beroep tot nietigverklaring van uitvoeringsverordening (EU) 2018/1214 van de Commissie van 29 augustus 2018 tot inschrijving van een naam in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen [„Morcilla de Burgos” (BGA)]1 ontvankelijk verklaren; vervolgens ten gronde verklaren dat uitvoeringsverordening (EU) 2018/1214 van de Commissie van 29 augustus 2018 nietig is en de Europese Commissie verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Het middel van deze hogere voorziening betreft de onregelmatigheid van de procedure voor het Gerecht van de Europese Unie, waardoor de belangen van rekwirante zijn geschaad. Het Gerecht heeft immers blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting inzake de schending van artikel 73, lid 1, en volgende van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht en de rechtspraak met betrekking tot deze bepaling. Dit middel is gebaseerd op de volgende rechtsgronden:

Het Gerecht heeft in wezen ten onrechte geoordeeld dat het verzoekschrift „alleen gescande handtekeningen” van de vertegenwoordigers van rekwirante bevatte, terwijl het in werkelijkheid gekwalificeerde elektronische handtekeningen met een gekwalificeerd certificaat van de Autoridad de Certificatión de la Abogacíá (ACA, certificeringsinstantie van de advocatuur) bevatte, die rechtsgevolgen hebben die gelijkwaardig zijn aan die van een handgeschreven handtekening.

Deze gekwalificeerde elektronische handtekeningen zijn erkend en beschermd door verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 (eIDAS-verordening)2 .

Gekwalificeerde elektronische handtekeningen, met een gekwalificeerd ACA-certificaat, zijn volledig in overeenstemming met de geest en de grondslag van artikel 73, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht: „in het belang van de rechtszekerheid, om de authenticiteit van dat processtuk te waarborgen en het risico uit te sluiten dat het in werkelijkheid niet het werk is van de daartoe bevoegde opsteller”, zoals in de bestreden beschikking staat te lezen.

Artikel 73, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht is ingetrokken bij beslissing van het Gerecht van 11 juli 2018. Deze wijziging is op 1 december 2018 (twee dagen na de indiening van het verzoekschrift) in werking getreden. Het beginsel van de gunstigste regeling is echter een fundamenteel en universeel beginsel in het sanctierecht van de westerse rechtsstelsels.

De in de bestreden beschikking aangevoerde rechtspraak ter rechtvaardiging van de niet-ontvankelijkheid van het door rekwirante ingestelde beroep betreft hoofdzakelijk gescande handtekeningen. De onderhavige zaak (verzoekschrift met gekwalificeerde elektronische handtekening, met ACA-certificaat) is echter niet door de rechterlijke instanties van de Unie onderzocht.

Regels moeten worden uitgelegd in het licht van de sociale realiteit van de periode waarin deze regels worden toegepast, waarbij met name rekening moet worden gehouden met de geest en het doel ervan.

____________

1 PB 2018, L 224, blz. 3.

2 Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van richtlijn 1999/93/EG (PB 2014, L 257, blz. 73).