Language of document : ECLI:EU:F:2010:56

BESCHIKKING VAN HET GERECHT VOOR AMBTENARENZAKEN
(Eerste kamer)

22 juni 2010

Zaak F‑78/09

Luigi Marcuccio

tegen

Europese Commissie

„Openbare dienst — Ambtenaren — Beroep tot schadevergoeding — Vergoeding van kosten — Exceptie van parallel beroep — Kennelijke niet-ontvankelijkheid”

Betreft: Beroep, ingesteld krachtens artikel 236 EG en artikel 152 EA, waarmee Marcuccio vraagt om veroordeling van de Commissie tot vergoeding van de schade die hij zou hebben geleden door haar weigering om hem de invorderbare kosten te vergoeden die in zaak T‑18/04 zouden zijn gemaakt.

Beslissing: Verzoekers beroep wordt kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Elke partij zal haar eigen kosten dragen.

Samenvatting

1.      Ambtenaren — Beroep — Beroep tot schadevergoeding — Vordering tot nietigverklaring van precontentieus besluit tot afwijzing van vordering tot schadevergoeding — Vordering die niet zelfstandig is ten opzichte van vordering tot schadevergoeding

(Ambtenarenstatuut, art. 90 en 91)

2.      Procedure — Kosten — Begroting — Voorwerp

(Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 92, lid 1; Ambtenarenstatuut, art. 91)

1.      Het besluit waarbij een instelling een vordering tot schadevergoeding afwijst, vormt een integrerend deel van de administratieve procedure die aan een bij het Gerecht ingestelde aansprakelijkheidsactie voorafgaat. Bijgevolg kunnen de geformuleerde vorderingen tot nietigverklaring niet los van de vorderingen tot schadevergoeding worden beoordeeld.

De handeling waarbij de instelling tijdens de precontentieuze fase haar standpunt bepaalt heeft immers enkel tot doel, degene die schade zou hebben geleden in staat te stellen een vordering tot schadevergoeding bij het Gerecht in te stellen.

(cf. punt 17)

Referentie:

Gerecht van eerste aanleg: 18 december 1997, Gill/Commissie, T‑90/95, JurAmbt. blz. I‑A‑471 en II‑1231, punt 45; 6 maart 2001, Ojha/Commissie, T‑77/99, JurAmbt. blz. I‑A‑61 en II‑293, punt 68; 5 december 2002, Hoyer/Commissie, T‑209/99, JurAmbt. blz. I‑A‑243 en II‑1211, punt 32

2.      De bijzondere, in artikel 92, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht voorziene procedure tot begroting van de kosten sluit uit dat dezelfde bedragen of met hetzelfde oogmerk uitgegeven bedragen worden gevorderd in het kader van een beroep wegens niet-contractuele aansprakelijkheid van de Unie.

Artikel 92, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht verzet zich er dus tegen dat een verzoeker op grond van artikel 91 van het Statuut een beroep tot schadevergoeding instelt dat in werkelijkheid hetzelfde voorwerp heeft als een verzoek om begroting van kosten.

(cf. punten 20 en 22)

Referentie:

Gerecht van eerste aanleg: 11 juli 2007, Schneider Electric/Commissie, T‑351/03, Jurispr. blz. II‑2237, punt 297

Gerecht voor ambtenarenzaken: 10 november 2009, Marcuccio/Commissie, F‑70/07, JurAmbt. blz. I-A-1-423 en II-A-1-2293, punten 17 en 18