Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de High Court (Ierland) op 7 november 2018 – Minister for Justice and Equality / ND

(Zaak C-685/18)

Procestaal: Engels

Verwijzende rechter

High Court (Ierland)

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Minister for Justice and Equality

Verwerende partij: ND

Prejudiciële vragen

Zijn de criteria aan de hand waarvan kan worden vastgesteld of een als uitvaardigende rechterlijke autoriteit in de zin van artikel 6, lid 11 , aangeduide openbare aanklager een rechterlijke autoriteit is volgens de autonome betekenis van dat begrip in artikel 6, lid 1, van het kaderbesluit van 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten [2002/584/JBZ], dat (1) de openbare aanklager onafhankelijk optreedt ten opzichte van de uitvoerende macht en (2) in zijn eigen rechtsorde wordt geacht deel te nemen aan de rechtsbedeling?

Indien dat niet het geval is, wat zijn dan de criteria aan de hand waarvan een nationale rechter dient vast te stellen of een als uitvaardigende rechterlijke autoriteit in de zin van artikel 6, lid 1, van het kaderbesluit aangeduide openbare aanklager een rechterlijke autoriteit is in de zin van dat artikel?

Indien de criteria vereisen dat een openbare aanklager deelneemt aan de rechtsbedeling, dient dat dan te worden vastgesteld volgens de status die hij heeft in zijn eigen rechtsorde of veeleer aan de hand van bepaalde objectieve maatstaven? In laatstgenoemd geval, wat zijn dan die objectieve maatstaven?

Is de openbare aanklager van de Republiek Litouwen een rechterlijke autoriteit volgens de autonome betekenis van dat begrip in artikel 6, lid 1, van het kaderbesluit van 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten?

____________

1 Kaderbesluit van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten [2002/584/JBZ] (PB 2002, L 190, blz. 1).