Language of document :

Beroep ingesteld op 19 januari 2007 - Skoulidi / Commissie

(Zaak F-4/07)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Eleni-Eleftheria Skoulidi (Brussel, België) (vertegenwoordiger: G. Vandersanden)

Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies

verzoekster een vergoeding toe te kennen voor de immateriële schade die zij heeft geleden als gevolg van het besluit van het tot aanstelling bevoegd gezag (TABG) van 28 maart 2006 dat zij geen beroep kon doen op de uitwisselingsovereenkomst tussen de Commissie en de Griekse regering;

deze schade ex aequo et bono vast te stellen op 200 000 EUR;

de verwerende partij te verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Nadat verzoekster gedurende acht maanden ter beschikking van het Griekse ministerie van Onderwijs en Eredienst was gesteld, verzocht zij om gebruik te mogen maken van de regeling van uitwisseling van ambtenaren tussen de Commissie en de lidstaten teneinde de taken te voltooien die zij tijdens haar terbeschikkingstelling had verricht. Na de toestemming van diverse diensten van de Commissie en van de Griekse regering te hebben gekregen, ontving zij een negatieve beslissing van haar instelling, op grond dat de uitwisseling in strijd zou zijn met de bepalingen die op het gebied van terbeschikkingstelling gelden.

In haar beroep stelt verzoekster dat de Commissie een aantal fouten heeft gemaakt, namelijk:

dat zij niet de zorgvuldigheidsplicht in acht heeft genomen waaraan elke administratie zich dient te houden;

dat zij niet heeft voldaan aan de verplichtingen voortvloeiende uit de uitwisselingsovereenkomst die zijzelf met de Griekse regering heeft gesloten en daarmee inbreuk heeft gemaakt op het gewettigd vertrouwen van verzoekster en op het algemeen communautair belang;

dat zij zich schuldig heeft gemaakt aan misplaatste uitlatingen over verzoekster;

dat zij verzoekster heeft gediscrimineerd ten opzichte van andere ambtenaren die gedurende een langere periode ter beschikking van bepaalde nationale administraties zijn gesteld.

____________