Language of document : ECLI:EU:F:2011:119

ARREST VAN HET GERECHT VOOR AMBTENARENZAKEN
(Tweede kamer)

14 juli 2011

Zaak F‑98/07

Nicole Petrilli

tegen

Europese Commissie

„Openbare dienst – Arbeidscontractanten voor hulptaken – Overeenkomst voor bepaalde tijd – Regels voor maximumduur van aanstelling van niet-permanent personeel in diensten van de Commissie – Besluit houdende weigering om overeenkomst te verlengen – Onwettigheid – Omvang van schadevergoeding – Raming ex aequo et bono”

Betreft:      Beroep, ingesteld krachtens artikel 236 EG en artikel 152 EA, waarmee Petrilli de nietigverklaring vordert van het besluit van de Commissie van 20 juli 2007 houdende weigering om haar overeenkomst van arbeidscontractant voor hulptaken te verlengen, en de veroordeling van de Commissie tot betaling van schadevergoeding.

Beslissing:      De geldelijke vergoeding die de Commissie aan verzoekster verschuldigd is op grond van het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 29 januari 2009, Petrilli/Commissie (F‑98/07), wordt vastgesteld op 12 097,43 EUR, te vermeerderen met rente tegen de rentevoet die de Europese Centrale Bank gedurende de betrokken periode voor de basisherfinancieringstransacties heeft vastgesteld, vermeerderd met twee punten. De Commissie draagt alle kosten van de fase van de procedure vóór de uitspraak van het reeds aangehaalde arrest van 29 januari 2009, alsook haar eigen kosten en de helft van de kosten van de daaraanvolgende fase van de procedure. Verzoekster draagt de helft van de kosten van de fase van de procedure na de uitspraak van het reeds aangehaalde arrest van 29 januari 2009.

Samenvatting

Ambtenaren – Beroep – Beroep tot schadevergoeding – Nietigverklaring van bestreden onwettig besluit – Passend herstel van immateriële schade

(Ambtenarenstatuut, art. 90 en 91)

De nietigverklaring van een onwettig besluit kan op zichzelf een passend en in beginsel afdoend herstel vormen van de immateriële schade die dit besluit kan hebben veroorzaakt, tenzij de verzoekende partij aantoont dat zij immateriële schade heeft geleden die kan worden losgekoppeld van de aan de nietigverklaring ten grondslag liggende onwettigheid en die door die nietigverklaring niet volledig kan worden hersteld.

(cf. punt 28)

Referentie:

Hof: 9 juli 1987, Hochbaum en Rawes/Commissie, 44/85, 77/85, 294/85 en 295/85, punt 22; 7 februari 1990, Culin/Commissie, C‑343/87, punten 27 en 28

Gerecht van eerste aanleg: 9 november 2004, Montalto/Raad, T‑116/03, punt 127; 6 juni 2006, Girardot/Commissie, T‑10/02, punt 131

Gerecht van de Europese Unie: 9 december 2010, Commissie/Strack, T‑526/08 P, punt 58

Gerecht voor ambtenarenzaken: 8 mei 2008, Suvikas/Raad, F‑6/07, punt 151