Language of document :

Hogere voorziening ingesteld op 29 juli 2019 door Intercept Pharma Ltd en Intercept Pharmaceuticals, Inc. tegen het arrest van het Gerecht (Tweede kamer) van 28 juni 2019 in zaak T-377/18, Intercept Pharma en Intercept Pharmaceuticals/EMA

(Zaak C-576/19 P)

Procestaal: Engels

Partijen

Rekwirantes: Intercept Pharma Ltd en Intercept Pharmaceuticals, Inc. (vertegenwoordigers: L. Tsang, J. Mulryne, E. Amos, Solicitors, F. Campbell, Barrister)

Andere partij in de procedure: Europees Geneesmiddelenbureau

Conclusies

vernietiging van het bestreden arrest van het Gerecht van 28 juni 2019;

nietigverklaring van het besluit dat gerekwireerde aan rekwirante heeft meegedeeld op 15 mei 2018, om het periodiek verslag betreffende de baten-risco-evaluatie vrij te geven; en

verwijzing van gerekwireerde in rekwirantes gerechtskosten en andere kosten en uitgaven in verband met de onderhavige zaak, zowel in eerste aanleg als in hogere voorziening.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van hun beroep voeren rekwirantes twee middelen aan.

1. Eerste middel: het Gerecht heeft ten onrechte geconcludeerd dat de uitzondering omtrent de „bescherming van gerechtelijke proceduresˮ in artikel 4, lid 2, tweede streepje, van verordening (EG) nr. 1049/20011 enkel relevant is wanneer documenten zijn opgesteld in het kader van specifieke gerechtelijke procedures of wanneer zij rechtsopvattingen inhouden die het voorwerp zijn van een dergelijke procedure. Dit is een ontoelaatbare beperking van de bewoordingen van artikel 4, lid 2, die niet is opgenomen in de verordening.

2. Tweede middel: het Gerecht heeft ten onrechte geconcludeerd dat de uitzondering omtrent de „commerciële belangenˮ in artikel 4, lid 2, eerste streepje, van verordening 1049/2001 enkel van toepassing kan zijn wanneer is vastgesteld dat bepaalde elementen van de documenten de commerciële belangen van de betrokken partij schaden. Zij kan niet van toepassing zijn louter vanwege het feit dat de openbaarmaking van een document in zijn geheel de commerciële belangen van de auteur zou schaden. Deze redenering heeft het Gerecht belet de onjuiste rechtstoepassing en beoordeling door gerekwireerde te erkennen, aangezien het Gerecht geweigerd heeft om de context van het verzoek tot openbaarmaking in de onderhavige zaak in overweging te nemen.

____________

1 Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB 2001, L 145, blz. 43).