Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Landesverwaltungsgericht Niederösterreich (Oostenrijk) op 8 februari 2019 – VO / Bezirkshauptmannschaft Tulln

(Zaak C-96/19)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Landesverwaltungsgericht Niederösterreich

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: VO

Verwerende partij: Bezirkshauptmannschaft Tulln

Prejudiciële vragen

Moet verordening (EU) nr. 165/20141 , met name artikel 34, lid 3, laatste volzin, en artikel 36, lid 2, ervan, aldus worden uitgelegd dat zij in de weg staat aan een nationale regeling volgens welke bestuurders van motorvoertuigen die met een digitale tachograaf in de zin van artikel 2, lid 2, onder h), van verordening (EU) nr. 165/2014 zijn uitgerust, in het geval dat op de bestuurderskaart [artikel 2, lid 2, onder f), van de aangehaalde verordening] verschillende werkdagen ontbreken waarvoor ook geen registratiebladen aan boord van het voertuig zijn meegenomen, op deze dagen betrekking hebbende schriftelijke bevestigingen van de werkgever – die moeten voldoen aan de minimumeisen voor het formulier dat door de Commissie overeenkomstig artikel 11, lid 3, van richtlijn 2006/22/EG2 is vastgesteld – aan boord van het voertuig moeten meenemen en in geval van controle moeten overleggen?

Indien de eerste prejudiciële vraag ontkennend wordt beantwoord:

Is het formulier dat door de Commissie bij besluit 2009/959/EU3 is vastgesteld, geheel of gedeeltelijk ongeldig?

____________

1 Verordening (EU) nr. 165/2014 van het Europees Parlement en van de Raad van 4 februari 2014 betreffende tachografen in het wegvervoer, tot intrekking van verordening (EEG) nr. 3821/85 van de Raad betreffende het controleapparaat in het wegvervoer en tot wijziging van verordening (EG) nr. 561/2006 van het Europees Parlement en de Raad tot harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer (PB 2014, L 60, blz. 1).

2 Richtlijn 2006/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 inzake minimumvoorwaarden voor de uitvoering van de verordeningen (EEG) nr. 3820/85 en (EEG) nr. 3821/85 van de Raad betreffende voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer en tot intrekking van richtlijn 88/599/EEG van de Raad (PB 2006, L 102, blz. 35).

3 Besluit van de Commissie van 14 december 2009 tot wijziging van beschikking 2007/230/EG tot vaststelling van een formulier in het kader van de sociale wetgeving met betrekking tot het wegvervoer [Kennisgeving geschied onder nummer C(2009) 9895] (PB 2009, L 330, blz. 80).