Language of document :

Hogere voorziening ingesteld op 24 mei 2019 door de Europese Commissie tegen het arrest van het Gerecht (Zevende kamer) van 20 maart 2019 in zaak T-237/17, Spanje/Commissie

(Zaak C-406/19 P)

Procestaal: Spaans

Partijen

Rekwirante: Europese Commissie (vertegenwoordigers: F. Castillo de la Torre en J. Aquilina, gemachtigden)

Andere partij in de procedure: Koninkrijk Spanje

Conclusies

De Commissie verzoekt het Hof punt 1 van het dictum van het bestreden arrest te vernietigen en het beroep in eerste aanleg te verwerpen of, subsidiair, de zaak terug te verwijzen naar het Gerecht.

Middelen en voornaamste argumenten

Het Gerecht heeft blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting waar het gaat om de bewijsvoeringsregeling bij het toepassen van forfaitaire correcties overeenkomstig artikel 52, lid 2, van verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad1 .

____________

1 PB 2013, L 347, blz. 549.