Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Rechtbank Noord-Holland (Nederland) op 13 oktober 2020 – P tegen Swiss International Air Lines AG

(Zaak C-512/20)

Procestaal: Nederlands

Verwijzende rechter

Rechtbank Noord-Holland

Partijen in het hoofdgeding

Verzoeker: P

Verweerster: Swiss International Air Lines AG

Prejudiciële vraag

Is verordening (EG) nr. 261/2004 1 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91, gelet op artikel 15 van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake luchtvervoer van 21 juni 1999 2 en besluiten nr. 1/2006 3 en nr. 1/2017 4 van het Comité, in het geval van rechtstreeks aansluitende vluchten, waarbij tussen het vertrek vanuit een luchthaven die gelegen is op het grondgebied van een lidstaat en de aankomst op een luchthaven die gelegen is op het grondgebied van een derde staat met een geplande tussenlanding in Zwitserland en waarbij van toestel wordt gewisseld, ook van toepassing op de vanuit Zwitserland vertrekkende rechtstreeks aansluitende vlucht naar een derde land?

____________

1 PB 2004, L 46, blz. 1.

2 PB 2002, L 114, blz. 73.

3 2006/727/EG: Besluit nr. 1/2006 van het Comité Luchtvervoer Gemeenschap/Zwitserland van 18 oktober 2006 tot wijziging van de bijlage bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake luchtvervoer (PB 2006, L 298, blz. 23).

4 Besluit nr. 1/2017 van het Gemengd Comité luchtvervoer Europese Unie/Zwitserland opgericht bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake luchtvervoer van 29 november 2017 tot vervanging van de bijlage bij de Overeenkomst inzake luchtvervoer tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat (PB 2017, L 348, blz. 46).