Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Cour d’appel de Liège (België) op 17 september 2018 – Openbaar Ministerie, Minister van Financiën van het Koninkrijk België / QC, Comida paralela 12
(Zaak C-579/18)
Procestaal: Frans
Verwijzende rechter
Cour d’appel de Liège
Partijen in het hoofdgeding
Appellanten en geïntimeerden: Openbaar Ministerie, Minister van Financiën van het Koninkrijk België
Verdachte en appellante: QC, Comida paralela 12
Prejudiciële vraag
Verzet artikel 79 van verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie1 zich ertegen dat een nationale regeling als die waaraan artikel 266 van de algemene wet van 18 juli 1977 inzake douane en accijnzen uitvoering geeft, in geval van een onregelmatig binnenbrengen van aan invoerrechten onderworpen goederen in het douanegebied van de Unie, degene die burgerlijk aansprakelijk is voor de dader van een dergelijk misdrijf maar die aan het plegen daarvan niet heeft deelgenomen, tot hoofdelijke medeschuldenaar van de douaneschuld maakt?
____________
1 PB 2013, L 269, blz. 1.