Language of document :

Hogere voorziening ingesteld op 28 november 2019 door FV tegen het arrest van het Gerecht (Achtste kamer) van 19 september 2019 in zaak T-27/18 RENV, FV/Raad

(Zaak C-875/19 P)

Procestaal: Frans

Partijen

Rekwirante: FV (vertegenwoordiger: É. Boigelot, avocat)

Andere partij in de procedure: Raad van de Europese Unie

Conclusies

Het arrest van 19 september 2019 (T-27/18 RENV) vernietigen en, dientengevolge, rekwirantes vorderingen in eerste aanleg toewijzen en, derhalve, het voor rekwirante opgestelde beoordelingsrapport over 2013 nietig verklaren;

de Raad verwijzen in alle kosten van beide procedures.

Middelen en voornaamste argumenten

In het bestreden arrest is de vordering tot nietigverklaring van het beoordelingsrapport over het jaar 2013 afgewezen. Rekwirante voert één middel aan en betoogt, ten eerste, dat het Gerecht zijn controletaak en de motiveringsplicht niet is nagekomen en het dossier onjuist heeft opgevat, en, ten tweede, niet-inachtneming van de gids voor de beoordeling, niet-nakoming van de motiveringsplicht en de zorgplicht, alsmede een kennelijk onjuiste beoordeling.

Volgens rekwirante heeft het Gerecht de gids voor de beoordeling niet in acht genomen, door het bestaan en de overlegging van medische certificaten te vereisen en derhalve te oordelen dat de absenties niet gerechtvaardigd waren en bij de beoordeling in aanmerking konden worden genomen. Het besluit om absenties en/of late aankomsten noodzakelijkerwijs, zelfs automatisch, in aanmerking te nemen voor de negatieve beoordeling van rekwirante, is bovendien onwettig. Tot slot heeft de Raad de medische aard van de absenties en/of late aankomsten nooit betwist, noch de rechtvaardiging van de absenties in twijfel getrokken door administratieve maatregelen te nemen, en heeft hij de verzoeken om de te late aankomsten achteraf goed te keuren ingewilligd. Het Gerecht heeft zichzelf dus tegengesproken en het dossier onjuist opgevat.

Voorts wijst het gebrek aan regelmaat ten aanzien van de aanwezigheid op de werkplek niet ipso facto op het ontbreken van voortdurende inspanningen. Bovendien is er geen individueel tijdschema opgenomen in het schema van rekwirantes werktijden. Verder kan een algemene opmerking waarin het „verantwoordelijkheidsgevoel” als noemenswaardig wordt bestempeld enkel leiden tot een „uitstekende” beoordeling. Wat de beoordeling van de „kwaliteit van het werk” betreft, heeft de motivering van het beoordelingsrapport geen betrekking op het daadwerkelijke niveau van rekwirantes werkzaamheden. Tot slot heeft het Gerecht, aangaande de beoordeling van het „in teamverband kunnen werken” en „menselijke relaties”, verscheidene elementen van het dossier niet in aanmerking genomen. Volgens rekwirante heeft het Gerecht het dossier aldus onjuist opgevat, fouten gemaakt in de uitlegging en de motivering, de gids voor de beoordeling niet in acht genomen, en zijn toetsing op kennelijke beoordelingsfouten niet naar behoren en juist uitgevoerd.

Tot slot voert rekwirante aan dat de ervaren slechte behandeling op de werkplek en psychologische intimidatie in het bestreden arrest zijn genegeerd. Ook heeft het Gerecht de zorgplicht geschonden, door het belang van rekwirante te negeren en enkel het vermeende belang van de dienst in aanmerking te nemen.

____________