Language of document :

Hogere voorziening ingesteld op 26 juli 2019 door European Road Transport Telematics Implementation Coordination Organisation – Intelligent Transport Systems & Services Europe (Ertico – ITS Europe) tegen het arrest van het Gerecht (Vierde kamer) van 22 mei 2019 in zaak T-604/15, Ertico – ITS Europe / Commissie

(Zaak C-572/19 P)

Procestaal: Engels

Partijen

Rekwirante: European Road Transport Telematics Implementation Coordination Organisation – Intelligent Transport Systems & Services Europe (Ertico – ITS Europe) (vertegenwoordigers: M. Wellinger en K. T’Syen, avocats)

Andere partij in de procedure: Europese Commissie

Conclusies

het arrest van het Gerecht van 22 mei 2019 in zaak T-604/15 vernietigen;

het litigieuze besluit1 nietig verklaren en bevestigen dat rekwirante de hoedanigheid heeft van kleine, middelgrote of micro-onderneming; en

de Commissie verwijzen in de kosten van deze procedure, met inbegrip van de procedure voor het Gerecht.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter staving van de hogere voorziening voert rekwirante drie middelen aan:

het bestreden arrest geeft blijk van een onjuiste rechtsopvatting door te oordelen dat (i) punten 1.2.6 en 1.2.7 van de bijlage bij besluit 2012/838/EU, Euratom2 van de Commissie van 18 december 2012 inzake het vaststellen van de regels om consistente verificatie te verzekeren van het bestaan en de rechtspositie, alsmede van het operationele en financiële vermogen, van deelnemers aan acties onder contract ondersteund door een subsidie in het kader van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie, en in het kader van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie en (ii) artikel 22 van verordening nr. 58/20033 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma's worden gedelegeerd, betrekking hebben op afzonderlijke rechtsmiddelen.

In het bestreden arrest wordt de aanbeveling betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen4 onjuist toegepast en geschonden en worden de fundamentele rechtsbeginselen van rechtszekerheid en bescherming van het gewettigd vertrouwen geschonden (waardoor sprake is van een onjuiste rechtsopvatting) door te oordelen dat het wettelijk toegestaan is om rekwirante de hoedanigheid als kleine, middelgrote of micro-onderneming te ontzeggen op grond van het doel en de geest van bovengenoemde aanbeveling, ondanks het feit dat rekwirante formeel voldoet aan de criteria van deze aanbeveling (wat niet wordt weerlegd in het bestreden arrest).

Het bestreden arrest bevat een kennelijke beoordelingsfout en is wezenlijk ongeldig, voor zover daarin wordt geoordeeld dat rekwirante geen last had van de handicaps waarmee kleine, middelgrote of micro-ondernemingen gewoonlijk kampen (en dat rekwirante derhalve geen kleine, middelgrote of micro-onderneming kan zijn volgens het doel en de geest van bovengenoemde aanbeveling).

____________

1 Besluit van het validatiepanel van de Europese Commissie van 18 augustus 2015.

2 PB 2012, L 359, blz. 45.

3 PB 2003, L 11, blz. 1.

4 Aanbeveling van de Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (PB 2003, L 124, blz. 36).