Language of document :

Hogere voorziening ingesteld op 25 mei 2018 door Rose Vision, S.L. tegen het arrest van het Gerecht (Zevende kamer) van 8 maart 2018 in de zaken T-45/13 RENV en T-587/15, Rose Vision/Commissie

(Zaak C-346/18 P)

Procestaal: Spaans

Partijen

Rekwirante: Rose Vision, S.L. (vertegenwoordiger: J.J. Marín López, abogado)

Andere partij in de procedure: Europese Commissie

Conclusies

Vernietiging van het arrest van het Gerecht (Zevende kamer) van 8 maart 2018, Rose Vision/Commissie, T-45/13 RENV en T-587/15, ECLI:EU:T:2018:124.

Toewijzing aan Rose Vision van een schadevergoeding als gevorderd in het tiende en het elfde middel van het verzoekschrift in hogere voorziening.

Middelen en voornaamste argumenten

Onjuiste rechtsopvatting voor zover de mondelinge behandeling in zaak T-587/15 bij beschikking van het Gerecht van 10 oktober 2017 is heropend op grond dat verzoekster daarom had verzocht – quod non;

Onjuiste rechtsopvatting voor zover het bestreden arrest het overgelegde bewijs onjuist heeft beoordeeld waar het verklaart dat de Commissie in juli 2012 de W 2-waarschuwing heeft vervangen door een W 1-waarschuwing;

Onjuiste rechtsopvatting voor zover het bestreden arrest in zaak T-45/13 RENV het verzoek tot nietigverklaring van de registratie van Rose Vision in het EWS heeft afgewezen, welk verzoek erop was gebaseerd dat de W 2-waarschuwing werd geactiveerd zonder dat zij hiervan op de hoogte was gesteld, zonder dat haar de redenen voor die registratie waren meegedeeld, zonder dat zij in de gelegenheid was gesteld haar standpunt daarover uiteen te zetten en zonder dat zij die registratie had kunnen aanvechten;

Onjuiste rechtsopvatting voor zover het bestreden arrest geen motivering bevat met betrekking tot de argumenten in het kader van het vierde middel dat is aangevoerd in zaak T-587/15, die in het bestreden arrest volstrekt niet zijn onderzocht;

Onjuiste rechtsopvatting voor zover het bestreden arrest, hoewel het terecht oordeelt dat de Commissie zich niet heeft gehouden aan de termijn van twee maanden die wordt gesteld in punt II.22, lid 5, van de algemene voorwaarden van het zevende kaderprogramma (punt 99 van het bestreden arrest), dat zij „de termijn van twee maanden ruim heeft overschreden” en dat die overschrijding „betreurenswaardig” is (punt 116 van het bestreden arrest), de vordering vast te stellen dat het eindverslag van audit 11-INFS-025 en dat van audit 11-BA119-016 van rechtswege contractueel nietig zijn, ongeldig zijn en geen gevolgen teweegbrengen, niet toewijst;

Onjuiste rechtsopvatting voor zover het bestreden arrest het overgelegde bewijs onjuist heeft beoordeeld waar het verklaart dat de Commissie heeft aangetoond dat Rose Vision betaling heeft ontvangen in het kader van de projecten sISI, 4NEM en SFERA;

Onjuiste rechtsopvatting voor zover het bestreden arrest, na te hebben erkend dat de Commissie inbreuk had gemaakt op de bij punt II.22, lid 1, van de algemene voorwaarden van het zevende kaderprogramma opgelegde geheimhoudingsplicht doordat zij derden informatie had verstrekt over audit 11-INFS-025 (punt 158 van het bestreden arrest), in de punten 159 en 160 zonder motivering verzoeksters verzoek afwijst, vast te stellen dat de Commissie niet heeft voldaan aan de geheimhoudingsplicht in verband met de audits 11-INFS-025 en 11-BA119-016 (punt 215 van de schriftelijke opmerkingen van Rose Vision in zaak T-45/13 RENV van 12 september 2016);

Grond voor vernietiging bestaande in de inbreuk op de contractuele bepalingen van de algemene voorwaarden van het zevende kaderprogramma en op het beginsel van contractuele rechtszekerheid, voor zover het bestreden arrest zijn goedkeuring hecht aan het feit dat bij de audits 11-INFS-025 en 11-BA119-016 aan Rose Vision nieuwe eisen worden gesteld, vervat in de financiële richtsnoeren 2011, ook al had audit 11-INFS-025 betrekking op de periode tussen 1 november 2009 en 31 oktober 2010 (voor het project FutureNEM) en op de periode tussen 1 januari 2010 en 31 december 2010 (voor de projecten FIRST en sISI);

Grond voor vernietiging bestaande in de onjuiste beoordeling van het overgelegde bewijs, met name van het door Rose Vision overgelegde stuk van 30 augustus 2012, waaraan het bestreden arrest zonder meer is voorbijgegaan;

Grond voor vernietiging erin bestaande dat het bestreden arrest ten onrechte het verzoek om een schadevergoeding wegens buitencontractuele aansprakelijkheid heeft afgewezen;

Grond voor vernietiging bestaande in een gebrek aan motivering met betrekking tot de argumenten die zijn uiteengezet in deel XII van het verzoekschrift in zaak T-587/15, in de punten 112 tot en met 117 waarvan werd verzocht om een schadevergoeding wegens contractuele aansprakelijkheid, welke argumenten het bestreden arrest volstrekt niet heeft onderzocht.

____________