Language of document :

Beroep ingesteld op 8 mei 2013 – ZZ e.a. / EIB

(Zaak F-43/13)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partijen: ZZ e.a. (vertegenwoordiger: L. Levi, advocaat)

Verwerende partij: Europese Investeringsbank

Voorwerp en beschrijving van het geding

Enerzijds, nietigverklaring van de in de salarisafrekening van februari 2013 vervatte besluiten waarbij de jaarlijkse salarisaanpassing voor 2013 is beperkt tot 1,8 % en van de latere salarisafrekeningen. Anderzijds, daaruit volgend verzoek om de instelling te veroordelen tot betaling van een vergoeding voor de materiële en immateriële schade die zou zijn geleden.

Conclusies van de verzoekende partijen

nietigverklaring van het in verzoekers’ salarisafrekening van februari 2013 vervatte besluit om de jaarlijkse salarisaanpassing voor 2013 te beperken tot 1,8 % en, dientengevolge, nietigverklaring van soortgelijke besluiten die in de latere salarisafrekeningen zijn opgenomen en, voor zover nodig, nietigverklaring van twee informatieve nota’s die de verwerende partij verzoekers op 5 en 15 februari 2013 heeft toegezonden;

veroordeling van de verwerende partij tot betaling aan elke verzoeker en ter vergoeding van de materiële schade (i) van het salarissaldo overeenkomende met de toepassing van de jaarlijkse aanpassing voor 2013, dat wil zeggen een verhoging van 1,8 % voor de periode van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013; (ii) van het salarissaldo overeenkomende met de gevolgen van de toepassing van de jaarlijkse aanpassing van 1,8 % voor 2013 op het bedrag van de salarissen die vanaf januari 2014 zullen worden betaald; (iii) van vertragingsrente over de verschuldigde salarissaldo’s tot aan de volledige betaling van de verschuldigde bedragen, waarbij het tarief van de toe te passen vertragingsrente moet worden berekend op basis van de rentevoet die de Europese Centrale Bank voor de betrokken periode voor de basisherfinancieringstransacties heeft vastgesteld, vermeerderd met drie punten en (iv) van een vergoeding voor het verlies aan koopkracht, zodat de volledige materiële schade voor elke verzoeker voorlopig op 30 000 EUR wordt begroot;

veroordeling van de verwerende partij tot betaling aan elke verzoeker van een bedrag van 1 000 EUR ter vergoeding van de immateriële schade;

verwijzing van de EIB in de kosten van de procedure.