Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Verwaltungsgericht Berlin (Duitsland) op 16 april 2020 – ET, in de hoedanigheid van curator van Air Berlin PLC & Co. Luftverkehrs KG (AB KG) / Bondsrepubliek Duitsland

(Zaak C-165/20)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Verwaltungsgericht Berlin

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: ET, in de hoedanigheid van curator van Air Berlin PLC & Co. Luftverkehrs KG (AB KG)

Verwerende partij: Bondsrepubliek Duitsland

Prejudiciële vragen

Moeten richtlijn 2003/87/EG1 en richtlijn 2008/101/EG2 in het licht van overweging 20 van richtlijn 2008/101/EG aldus worden uitgelegd dat zij zich verzetten tegen de intrekking van de kosteloze toewijzing van luchtvaartemissierechten aan een vliegtuigexploitant voor de jaren 2018-2020, wanneer de toewijzing voor de jaren 2013-2020 is geschied en de vliegtuigexploitant zijn luchtvaartactiviteit in 2017 wegens insolventie heeft beëindigd?

Moet artikel 3 septies, lid 1, van richtlijn 2003/87/EG aldus worden uitgelegd dat de intrekking van het toewijzingsbesluit na de beëindiging van de luchtvaartactiviteiten wegens insolventie ervan afhangt of zij door andere luchtvervoersondernemingen worden voortgezet? Moet artikel 3 septies, lid 1, van richtlijn 2003/87/EG aldus worden uitgelegd dat sprake is van voortzetting van de luchtvaartactiviteiten wanneer landingsrechten op zogenoemde gecoördineerde luchthavens (slots) gedeeltelijk (voor de korte- en middellange-afstandsvluchten van de insolvente luchtvervoersonderneming) zijn verkocht aan drie andere luchtvervoersondernemingen?

Indien de eerste vraag bevestigend wordt beantwoord:

Zijn de regelingen van artikel 10, lid 5, artikel 29, artikel 55, lid 1, onder a), en lid 3, en artikel 56 van verordening 389/20133 (Registerverordening 2013) geldig en verenigbaar met richtlijnen 2003/87/EG en 2008/101/EG, voor zover zij zich ertegen verzetten dat toegewezen maar nog niet verleende kosteloze luchtvaartemissierechten worden verleend wanneer de luchtvervoersonderneming haar vluchten wegens insolventie staakt?

Indien de eerste vraag ontkennend wordt beantwoord:

Moeten richtlijnen 2003/87/EG en 2008/101/EG aldus worden uitgelegd dat het Unierecht vereist dat het besluit omtrent de kosteloze toewijzing van luchtvaartemissierechten wordt ingetrokken?

Voor het geval dat de eerste vraag bevestigend wordt beantwoord en de derde vraag ontkennend wordt beantwoord:

Moeten artikel 3 quater, lid 3 bis, artikel 28 bis, leden 1 en 2, en artikel 28 ter, lid 2, van richtlijn 2003/87/EG, zoals gewijzigd bij richtlijn (EU) 2018/4104 , aldus worden uitgelegd dat de derde handelsperiode voor vliegtuigexploitanten niet eind 2020 afloopt, maar pas in 2023?

Indien de vierde vraag ontkennend wordt beantwoord:

Kunnen aanspraken op de toewijzing van extra kosteloze emissierechten aan vliegtuigexploitanten voor de derde handelsperiode na afloop van deze periode worden gehonoreerd met emissierechten voor de vierde handelsperiode wanneer het bestaan van zulke aanspraken pas na afloop van de derde handelsperiode bij een rechterlijke uitspraak wordt vastgesteld, of vervallen nog niet gehonoreerde toewijzingsaanspraken bij afloop van de derde handelsperiode?

____________

1 Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van richtlijn 96/61/EG van de Raad (PB 2003, L 275, blz. 32).

2 Richtlijn 2008/101/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 tot wijziging van richtlijn 2003/87/EG teneinde ook luchtvaartactiviteiten op te nemen in de regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap (PB 2009, L 8, blz. 3).

3 Verordening (EU) nr. 389/2013 van de Commissie van 2 mei 2013 tot instelling van een EU-register overeenkomstig richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad, beschikkingen nrs. 280/2004/EG en 406/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de verordeningen (EU) nr. 920/2010 en 1193/2011 van de Commissie (PB 2013, L 122, blz. 1).

4 Richtlijn (EU) 2018/410 van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2018 tot wijziging van richtlijn 2003/87/EG ter bevordering van kosteneffectieve emissiereducties en koolstofarme investeringen en van besluit (EU) 2015/1814 (PB 2018, L 76, blz. 3).