Language of document :

Beroep ingesteld op 4 oktober 2010 - Blessemaille / Parlement

(Zaak F-93/10)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Philippe Blessemaille (Remich, Luxemburg) (vertegenwoordigers: E. Boigelot en S. Woog, advocaten)

Verwerende partij: Europees Parlement

Voorwerp en beschrijving van het geding

Nietigverklaring van het besluit van de verwerende partij om verzoeker niet op te nemen op de lijst van ambtenaren die in het kader van de bevorderingsronde 2009 tot de rang AST 8 zijn bevorderd en verzoek om vergoeding van de immateriële schade

Conclusies van de verzoekende partij

nietig verklaren het op 2 december 2009 bekendgemaakte besluit van het Parlement om verzoeker niet op te nemen op de lijst van ambtenaren die in het kader van de bevorderingsronde 2009 van de rang AST 7 tot de rang AST 8 zijn bevorderd;

als gevolg van die nietigverklaring, verzoekers verdiensten en die van de andere kandidaten in het kader van de bevorderingsronden 2008 en 2009 opnieuw vergelijken en verzoeker met terugwerkende kracht per 1 januari 2008 bevorderen tot de rang AST 8 alsmede betaling van rente over de achterstallige bezoldiging vanaf 1 januari 2008 tegen de rentevoet die de Europese Centrale Bank voor de basisherfinancieringstransacties heeft vastgesteld, vermeerderd met twee punten, zonder echter de bevordering van de andere bevorderde ambtenaren ter discussie te stellen;

het Parlement veroordelen tot betaling van een immateriële schadevergoeding aan verzoeker van 3 500 EUR omdat hij op 1 januari 2008 niet is bevorderd, onder voorbehoud van een verhoging in de loop van het geding;

subsidiair, indien het Gerecht van oordeel mocht zijn dat de bevordering tot de rang AST 8 geen gevolgen kan hebben voor een datum vóór 1 januari 2009, het Parlement veroordelen tot betaling van een aanvullende vergoeding voor de materiële schade te hoogte van een bedrag overeenkomende met het verschil in salaris dat in 2008 daadwerkelijk is ontvangen en het salaris dat in 2008 na de bevordering op 1 januari 2008 had moeten worden ontvangen, berekend over de periode van 1 januari tot en met 31 december 2008 dan wel van 1 januari tot en met 31 augustus 2008, afhankelijk van de datum waarop de betrokken bevordering volgens het Gerecht had moeten plaatsvinden (1 januari 2009 respectievelijk 1 september 2008);

het Parlement verwijzen in de kosten.

____________