Language of document :

Beroep ingesteld op 6 januari 2006 - Frankin e.a. tegen Commissie

(Zaak F-3/06)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekers: Jacques Frankin (Sorée, België) en anderen (vertegenwoordigers: G. Bounéou en F. Frabetti, advocaten)

Verweerster: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies van verzoekers

nietigverklaring van het uitdrukkelijke besluit van 10 juni 2005 waarbij de Commissie verzoekers bijstand uit hoofde van artikel 24 van het Statuut weigert;

veroordeling van de Commissie, aan elk der verzoekers de hierdoor geleden schade te vergoeden;

verwijzing van verweerster in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoekers, allen ambtenaar of ander personeelslid van de Commissie, hadden verzocht om overdracht van hun in België verkregen pensioenrechten naar het stelsel van de Gemeenschap, overeenkomstig de bepalingen van een Belgische wet van 1991. In 2003 heeft België een nieuwe wet goedgekeurd, die volgens verzoekers gunstiger voorwaarden bepaalt voor dit soort nieuwe overdrachten. Aangezien verzoekers hun rechten reeds hadden overgedragen, kwamen zij evenwel niet in aanmerking voor de toepassing van de bepalingen van de wet van 2003.

Verzoekers hebben dus om de in artikel 24 van het Statuut bepaalde bijstand verzocht. De Commissie, die haar ambtenaren en tijdelijke personeelsleden niet wilde bijstaan bij de verkrijging van die overdrachten, heeft hun verzoek bij besluit van 10 juni 2005 afgewezen.

Met hun beroep bestrijden verzoekers dit besluit, dat zij als een met artikel 24 van het Statuut strijdige weigering van bijstand aanmerken. Naast laatstgenoemd artikel beroepen zij zich tot staving van hun vorderingen op schending van de zorgplicht, schending van het non-discriminatiebeginsel, niet-naleving van het verbod van willekeur, schending van de motiveringsplicht, schending van het vertrouwensbeginsel, niet-nakoming van de regel "patere legem quam ipse fecisti" en misbruik van bevoegdheid.

____________