Language of document : ECLI:EU:F:2009:50

BESCHIKKING VAN HET GERECHT VOOR AMBTENARENZAKEN

(Eerste kamer)

20 mei 2009

Zaak F‑73/08

Luigi Marcuccio

tegen

Commissie van de Europese Gemeenschappen

„Openbare dienst – Ambtenaren – Sociale zekerheid – Ziektekostenverzekering – Afwijzing van verzoeken om vergoeding van ziektekosten”

Betreft: Beroep, ingesteld krachtens artikel 236 EG en artikel 152 EA en strekkende tot, ten eerste, nietigverklaring van een aantal besluiten van de Commissie houdende stilzwijgende afwijzing van, enerzijds, verzoekers verzoeken van 27 en 30 juni 2007 om vergoeding tegen het normale tarief van verschillende ziektekosten en, anderzijds, zijn verzoeken van 29 juni en 2 juli 2007 tot „aanvullende”, dat wil zeggen 100 % vergoeding van diezelfde ziektekosten, ten tweede, nietigverklaring van het expliciete besluit van de Commissie van 29 april 2008 tot afwijzing van verzoekers klachten tegen die besluiten en, ten derde, veroordeling van de Commissie tot betaling van het bedrag van 4 747,29 EUR aan verzoeker als zijnde 100 % vergoeding van die kosten, dan wel elk ander bedrag dat het Gerecht uit dien hoofde rechtvaardig en redelijk acht, vermeerderd met een jaarlijkse rente van 10 % en met jaarlijkse kapitalisatie, vanaf 7 november 2007.

Beslissing: Het beroep wordt deels kennelijk rechtens ongegrond en deels kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Verzoeker wordt verwezen in de kosten.

Samenvatting

1.      Ambtenaren – Bezwarend besluit – Motiveringsplicht – Omvang – Verzoek om vergoeding van ziektekosten

(Ambtenarenstatuut, art. 25, tweede alinea)

2.      Ambtenaren – Beroep – Bezwarend besluit – Bevestigende handeling

(Ambtenarenstatuut, art. 72, lid 1, 90 en 91)

1.      Een besluit tot afwijzing van een verzoek om vergoeding van ziektekosten is voldoende gemotiveerd wanneer de ambtenaar daarbij op de hoogte is gesteld van de wijze waarop zijn verzoek is behandeld en van de feitelijke en juridische redenen die een verrekening door de ziektekostenverzekering van de Europese Gemeenschappen rechtvaardigen, zelfs al was die ambtenaar niet de adressaat van alle door het afwikkelingsbureau opgestelde afrekeningen. De omstandigheid dat de ambtenaar vóór ontvangst van de kennisgeving van het afwijzende besluit niet op de hoogte was van het bestaan van die afrekeningen, heeft geen invloed op de wettigheid van het besluit.

Bovendien zou een dergelijk afwijzend besluit, zelfs al was het onvoldoende gemotiveerd, toch moeten worden geacht althans een begin van een motivering te bevatten waardoor de instelling in de loop van het geding aanvullende informatie kan geven en aan haar motiveringsplicht kan voldoen.

(cf. punten 51, 52 en 54)

Referentie:

Gerecht van eerste aanleg: 20 september 1990, Hanning/Parlement, T‑37/89, Jurispr. blz. II‑463, punten 41 en 44

2.      Een besluit tot afwijzing van een verzoek om 100 % vergoeding van ziektekosten dat geen enkel nieuw element bevat ten opzichte van een identiek verzoek dat eerder is afgewezen en waartegen beroep bij de gemeenschapsrechter is ingesteld, wijzigt niet de rechtspositie van de verzoeker en vormt dus geen bezwarend besluit in de zin van de artikelen 90 en 91 van het Statuut.

Zelfs al wordt aangenomen dat een dergelijk besluit kan worden opgevat als een bevestiging van het eerste besluit, zodat het daarmee kan samenvallen en in die mate bezwarend kan zijn, dan nog moet de gemeenschapsrechter waarbij beroep tegen dat besluit is ingesteld ambtshalve opmerken dat het om een beroep tussen dezelfde partijen gaat, dat hetzelfde voorwerp heeft en op dezelfde middelen berust. In dergelijke omstandigheden stuit het beroep op een exceptie van litispendentie, zodat het kennelijk niet-ontvankelijk moet worden verklaard.

(cf. punten 60 en 61)

Referentie:

Hof: 17 mei 1973, Perinciolo/Raad, 58/72 en 75/72, Jurispr. blz. 511, punten 3‑5; 19 september 1985, Hoogovens Groep/Commissie, 172/83 en 226/83, Jurispr. blz. 2831, punt 9

Gerecht van eerste aanleg: 14 juni 2007, Landtag Schleswig-Holstein/Commissie, T‑68/07, niet gepubliceerd in de Jurisprudentie, punt 16; 9 juli 2008, Marcuccio/Commissie, T‑296/05 en T‑408/05, niet gepubliceerd in de Jurisprudentie, punten 47‑49; 9 september 2008, Marcuccio/Commissie, T‑143/08, JurAmbt. blz. I‑A‑2‑0000 en II‑A‑2‑0000, punten 39‑41; 9 september 2008, Marcuccio/Commissie, T‑144/08, JurAmbt. blz. I‑A‑2‑0000 en II‑A‑2‑0000, punten 32‑34

Gerecht voor ambtenarenzaken: 25 januari 2008, Duyster/Commissie, F‑80/06, JurAmbt. blz. I‑A‑1‑0000 en II‑A‑1‑0000, punt 52