Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Corte suprema di cassazione (Italië) op 6 februari 2019 – Agenzia delle Dogane / Silcompa SpA

(Zaak C-95/19)

Procestaal: Italiaans

Verwijzende rechter

Corte suprema di cassazione

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Agenzia delle Dogane

Verwerende partij: Silcompa SpA

Prejudiciële vraag

Kan artikel 12, lid 3, van richtlijn 76/308/EEG van de Raad betreffende de wederzijdse bijstand inzake de invordering van schuldvorderingen die voortvloeien uit bepaalde bijdragen rechten en belastingen, alsmede uit andere maatregelen1 , zoals gewijzigd bij richtlijn 2001/44/EG2 van de Raad, in samenhang met artikel 20 van richtlijn 92/12/EEG van de Raad betreffende de algemene regeling voor accijnsproducten3 , het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de controles daarop, aldus worden uitgelegd dat in de rechtszaak die tegen de uitvoeringsmaatregelen voor de invordering is ingeleid, onderzoek kan worden gedaan, en in voorkomend geval binnen welke grenzen, naar de voorwaarde van de plaats (van werkelijke uitslag tot verbruik) waar de onregelmatigheid of overtreding daadwerkelijk heeft plaatsgevonden indien, zoals in de onderhavige zaak, dezelfde vordering, gebaseerd op dezelfde uitvoerhandelingen, zelfstandig door zowel de verzoekende staat als de aangezochte staat tegen de belastingplichtige wordt ingesteld, terwijl bij de aangezochte staat gelijktijdig zowel de rechtszaak over de nationale vordering als die over de invordering voor een andere lidstaat aanhangig is, en kan de vaststelling in dit onderzoek in de weg staan aan het verzoek om bijstand en dus aan alle uitvoeringsmaatregelen?

____________

1     Richtlijn 76/308/EEG van de Raad van 15 maart 1976 betreffende de wederzijdse bijstand inzake de invordering van schuldvorderingen die voortvloeien uit verrichtingen die deel uitmaken van het financieringsstelsel van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, alsmede van landbouwheffingen en douanerechten (PB 1976, L 73, blz. 18).

2     Richtlijn 2001/44/EG van de Raad van 15 juni 2001 tot wijziging van Richtlijn 76/308/EEG betreffende de wederzijdse bijstand inzake de invordering van schuldvorderingen die voortvloeien uit verrichtingen die deel uitmaken van het financieringsstelsel van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, alsmede van landbouwheffingen en douanerechten, evenals van schuldvorderingen uit hoofde van de belasting over de toegevoegde waarde en van bepaalde accijnzen (PB 2001, L 175, blz. 17).

3     Richtlijn 92/12/EEG van de Raad van 25 februari 1992 betreffende de algemene regeling voor accijnsprodukten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de controles daarop (PB 1992, L 76, blz. 1).