Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Audiencia Provincial de Almería (Spanje) op 29 maart 2018 – Banco Popular Español S.A./María Ángeles Díaz Soria, Miguel Ángel Góngora Gómez, José Antonio Sánchez González en Dolores María del Águila Andújar

(Zaak C-232/18)

Procestaal: Spaans

Verwijzende rechter

Audiencia Provincial de Almería

Partijen in het hoofdgeding

Appellante: Banco Popular Español S.A.

Geïntimeerden: María Ángeles Díaz Soria, Miguel Ángel Góngora Gómez, José Antonio Sánchez González en Dolores María del Águila Andújar

Prejudiciële vragen

Is een regel zoals die van artikel 465, lid 5, van de Spaanse Ley 1/2000, de Enjuiciamiento Civil, die de mogelijkheid van de rechter in hoger beroep om alle gevolgen van een nietigverklaring ambtshalve te onderzoeken, beperkt wanneer die gevolgen in eerste aanleg in beperkte mate zijn vastgesteld en de consument het in eerste aanleg gewezen vonnis waarbij het beding nietig is verklaard, niet heeft aangevochten, verenigbaar met het beginsel dat is opgenomen in artikel 6, lid 1, van richtlijn 93/131 ?

Is het voorgaande verenigbaar met de beginselen van artikel 6, lid 1, en artikel 7, lid 1, van die richtlijn indien dat ertoe leidt dat diegenen die een vordering hebben ingesteld overeenkomstig de rechtspraak van de Tribunal Supremo in zijn arrest van 9 mei 2013, die ongeldig is verklaard bij het arrest van het Hof van 21 december 20162 , slechts beperkte gevolgen verbonden zien aan de oneerlijkverklaring van een beding zoals het beding dat hier aan de orde is?

Heeft het gezag van gewijsde overeenkomstig de nationale wetgeving (of de toetsing van het beding door de rechter, wanneer alleen de partij die de geldigheid ervan verdedigt, hoger beroep heeft ingesteld) alleen gevolgen voor de eventuele nietigverklaring van een beding, of ook voor alle gevolgen van die nietigverklaring wanneer die gevolgen in de rechterlijke beslissing zijn beperkt en geen enkele partij daartegen is opgekomen?

____________

1 Richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (PB 1993, L 95, blz. 29).

2 Arrest in de zaak Gutiérrez Naranjo e.a. (C-154/15, C-307/15 en C-308/15, EU:C:2016:980).