Language of document : ECLI:EU:F:2014:235

ARREST VAN HET GERECHT VOOR AMBTENARENZAKEN
VAN DE EUROPESE UNIE

(Eerste kamer)

15 oktober 2014

Zaak F‑55/10 RENV

Chrysanthe Moschonaki

tegen

Europese Commissie

„Openbare dienst – Ambtenaren – Terugverwijzing naar het Gerecht na nietigverklaring – Aanwerving – Kennisgeving van vacature binnen de instelling –In de kennisgeving van vacature opgenomen toelatingsvoorwaarden – Beoordelingsbevoegdheid van het TABG”

Betreft:      Beroep, ingesteld krachtens artikel 270 VWEU, van toepassing op het EGA-Verdrag op grond van artikel 106 bis ervan, waarmee Moschonaki verzoekt om nietigverklaring van het besluit van de Europese Commissie van 30 september 2009 houdende afwijzing van haar sollicitatie naar een post van „[a]ssistent – [b]ibliothecaris/[d]ocumentalist” en om vergoeding van de schade die zij meent te hebben geleden.

Beslissing:      Het besluit van 30 september 2009 waarbij de Europese Commissie verzoeksters sollicitatie naar een post van „[a]ssistent – [b]ibliothecaris/[d]ocumentalist” heeft afgewezen, wordt nietig verklaard. De Europese Commissie wordt veroordeeld tot betaling van het bedrag van 5 000 EUR aan Moschonaki. De Europese Commissie draagt haar eigen kosten en wordt verwezen in de kosten die Moschonaki in de zaken F‑55/10, T‑476/11 P en F‑55/10 RENV heeft gemaakt.

Samenvatting

Ambtenaren – Kennisgeving van vacature – Doel – Verplichting voor de administratie om de voorwaarden voor vervulling van een ambt aan te geven – Omvang – Afwijzing van een sollicitatie wegens het niet-voldoen aan een voorwaarde die niet wordt genoemd in de kennisgeving van vacature – Schending

(Ambtenarenstatuut, art. 4 en 29)

Ingevolge het rechtszekerheidsbeginsel, dat vereist dat de administratie de betrokkenen de gelegenheid geeft om exact de omvang van de op hen rustende verplichtingen of de hun ter beschikking staande rechten te kennen, moet een regel waarin rechten en verplichtingen voor haar personeelsleden worden bepaald op de juiste wijze bekend worden gemaakt, volgens de modaliteiten en de vormen die de administratie moet bepalen.

Wat met name de regels voor de aanwerving van ambtenaren betreft, moet het tot aanstelling bevoegd gezag in de kennisgeving van vacature zo exact mogelijk de voorwaarden voor de vervulling van de betrokken post aangeven, zodat de betrokkenen kunnen beoordelen of zij moeten solliciteren. Dat gezag kan weliswaar niet worden verplicht om nogmaals te wijzen op de uitdrukkelijk in het Statuut voorziene voorwaarden, aangezien de sollicitanten worden geacht daarvan op de hoogte te zijn, maar een kennisgeving van vacature zou haar doel – de sollicitanten te informeren over de voorwaarden voor de vervulling van een post – worden ontnomen, indien de administratie een sollicitant kon uitsluiten om een reden die niet uitdrukkelijk in die kennisgeving of het Statuut wordt genoemd of die niet is bekendgemaakt.

Een voorwaarde die er in het kader van een kennisgeving van vacature binnen de instelling toe strekt bepaalde, hiervoor volledig in aanmerking komende, ambtenaren uit te sluiten van deelneming aan de selectie, dient derhalve, vanwege het beoogde rechtsgevolg – te weten de deelneming te beperken tot de selectie van bepaalde rechthebbenden – duidelijk en nauwkeurig de omstandigheden vast te leggen die een dergelijke uitsluiting rechtvaardigen. Bijgevolg kan een vereiste dat op geen enkele wijze is bekendgemaakt en dat niet duidelijk voortvloeit uit de kennisgeving van vacature, niet aan de betrokkene worden tegengeworpen om diens sollicitatie af te wijzen.

(cf. punten 41, 42, 45 en 47)

Referentie:

Hof: arresten Grassi/Raad, 188/73, EU:C:1974:112, punt 40; ROM-projecten, C‑158/06, EU:C:2007:370, punt 25; Skoma-Lux, C‑161/06, EU:C:2007:773, punt 28, en Heinrich, C‑345/06, EU:C:2009:140, punt 44

Gerecht van eerste aanleg: arrest Vecchi/Commissie, T‑356/94, EU:T:1996:136, punt 50

Gerecht voor ambtenarenzaken: arresten Wenig/Commissie, F‑80/08, EU:F:2009:160, punt 90, en Šimonis/Commissie, F‑113/07, EU:F:2011:44, punten 73 en 74