Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Raad van State (België) op 28 februari 2020 – M. A. / Belgische Staat

(Zaak C-112/20)

Procestaal: Frans

Verwijzende rechter

Raad van State

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: M. A.

Verwerende partij: Raad van State

Prejudiciële vraag

Dient artikel 5 van richtlijn 2008/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 over gemeenschappelijke normen en procedures in de lidstaten voor de terugkeer van onderdanen van derde landen die illegaal op hun grondgebied verblijven1 , dat de lidstaten verplicht om bij de tenuitvoerlegging van de richtlijn rekening te houden met het belang van het kind, gelezen in samenhang met artikel 13 van die richtlijn en de artikelen 24 en 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, aldus te worden uitgelegd dat het vereist dat rekening wordt gehouden met het belang van het kind, burger van de Unie, ook al is het terugkeerbesluit uitsluitend ten aanzien van een ouder van het kind vastgesteld?

____________

1 PB 2008, L 348, blz. 98.