Language of document :

Beroep ingesteld op 5 mei 2006 - Avanzata e.a. tegen Commissie

(Zaak F-48/06)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekers: Eric Avanzata e.a. (Beggent, Frankrijk) (vertegenwoordigers: S. Orlandi, A. Coolen en E. Marchal, advocaten)

Verweerster: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies van verzoekers

nietig te verklaren verzoekers' overeenkomsten van functionaris op contractbasis, voorzover deze hun functiegroep, rang, salaristrap en loon vaststellen;

de Commissie van de Europese Gemeenschappen te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoekers, in dienst getreden bij de Commissie als functionaris of werknemer op basis van een arbeidsovereenkomst naar Luxemburgs recht, betwisten hun indeling in rang en hun loon, zoals die door voornoemde instelling zijn vastgesteld bij hun benoeming als functionaris op contractbasis bij het OIL - Bureau voor infrastructuur en logistiek, Luxemburg.

Tot staving van hun beroep stellen verzoekers schending van artikel 80 van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden (hierna: "RAP"), schending van artikel 2 van de bijlage bij de RAP, onwettigheid van de Algemene uitvoeringsbepalingen (AU) van deze artikelen, alsmede schending van de beginselen van gelijke behandeling, non-discriminatie, transparantie en goed beheer.

Verzoekers voeren om te beginnen aan dat verweerster de AU heeft vastgesteld zonder vooraf het advies in te winnen van het Comité voor het Statuut. Bovendien bevatten de AU geen nauwkeurige omschrijving van de functies en de bevoegdheden die elke taak omvat, waardoor onmogelijk kan worden nagegaan of verzoekers zijn aangesteld in een functiegroep die overeenstemt met de door hen uitgeoefende taken en of hun rang is vastgesteld conform artikel 80 RAP. Verder heeft verweerster niet aangetoond daadwerkelijk de mogelijkheid te hebben onderzocht om, zoals voorzien in de AU, aan verzoekers een extra rang toe te kennen teneinde rekening te houden met de marktrealiteit.

Ten slotte betogen verzoekers dat zij zich in dezelfde situatie bevinden als de personeelsleden die tewerk zijn gesteld in de kinder- en kleuterdagverblijven in Brussel en die zijn aangeworven als functionaris op contractbasis bij het Bureau voor infrastructuur en logistiek Brussel met de garantie van behoud van hun loon. Verweerster heeft niet gerechtvaardigd waarom aan verzoekers een dergelijke garantie niet is gegeven.

____________