Language of document :

Beroep ingesteld op 21 december 2018 – Europese Commissie/Hongarije

(Zaak C-808/18)

Procestaal: Hongaars

Partijen

Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: M. Condou-Durande, A. Tokár en J. Tomkin, gemachtigden)

Verwerende partij: Hongarije

Conclusies

a)    vaststellen dat Hongarije de verplichtingen niet is nagekomen die op hem rusten krachtens artikel 3, artikel 6, artikel 24, lid 3, artikel 43 en artikel 46, leden 5 en 6, van richtlijn 2013/32/EU1 , artikel 2, onder h), artikel 8, artikel 9 en artikel 11 van richtlijn 2013/33/EU2 en artikel 5, artikel 6, lid 1, artikel 12, lid 1, en artikel 13, lid 1, van richtlijn 2008/115/EG3 , alle in samenhang met de artikelen 6, 18 en 47 van het Handvest van de grondrechten, door

te bepalen dat een asielverzoek persoonlijk moet worden ingediend bij de bevoegde asielautoriteit en uitsluitend in de transitzones, waartoe slechts een beperkt aantal personen toegang heeft;

een speciale procedure algemeen toe te passen, waarbij er geen garantie is dat de waarborgen van richtlijn 2013/32 in acht worden genomen;

te gelasten dat op alle asielzoekers (met uitzondering van asielzoekers jonger dan 14 jaar) een procedure wordt toegepast die ertoe leidt dat de asielzoekers gedurende de gehele asielprocedure verplicht in de transitzones moeten worden geïnterneerd, in voorzieningen die zij alleen kunnen verlaten in de richting van Servië, zonder dat die internering voldoet aan de waarborgen van richtlijn 2013/33;

onderdanen van derde landen die illegaal op zijn grondgebied verblijven over te brengen naar de andere kant van de grensafscheiding, zonder dat de procedures en garanties van artikel 5, artikel 6, lid 1, artikel 12, lid 1, en artikel 13, lid 1, van richtlijn 2008/115 worden nageleefd;

artikel 46, lid 5, van richtlijn 2013/32 niet in nationaal recht om te zetten en bepalingen vast te stellen die afwijken van de algemene regel inzake de automatische schorsende werking in situaties die niet in artikel 46, lid 6, van die richtlijn zijn opgenomen;

b)    Hongarije verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

De Commissie is van mening dat Hongarije de artikelen 3 en 6 van richtlijn 2013/32 heeft geschonden door te bepalen dat een asielverzoek persoonlijk moet worden ingediend bij de bevoegde asielautoriteit en uitsluitend in transitzones, waartoe slechts een klein aantal personen toegang heeft. Daardoor waarborgt Hongarije geen daadwerkelijke toegang tot de asielprocedure voor personen die om internationale bescherming verzoeken.

De Commissie is van mening dat de bepalingen van de wet op het asielrecht op grond waarvan asielzoekers in transitzones moeten blijven totdat hun verzoek om internationale bescherming in behandeling wordt genomen, ertoe leiden dat Hongarije systematisch alle asielzoekers interneert, hetgeen niet in overeenstemming is met de bepalingen van richtlijn 2013/33.

Voorts is de Commissie van mening dat Hongarije de krachtens artikel 5, artikel 6, lid 1, artikel 12, lid 1, en artikel 13, lid 1, van richtlijn 2008/115 op hem rustende verplichtingen niet is nagekomen door onderdanen van derde landen die illegaal op zijn grondgebied verblijven over te brengen naar de andere kant van de grensafscheiding zonder de in die richtlijn vastgestelde procedures en waarborgen in acht te nemen.

Volgens de Commissie heeft Hongarije de algemene regel van artikel 46, lid 5, van richtlijn 2013/32 niet in nationaal recht omgezet, aangezien de wet inzake het asielrecht de bepaling die in geval van een administratief beroep tegen de afwijzing van een verzoek wegens ongegrondheid ervan, voorziet in automatische schorsende werking van het beroep in rechte, heeft geschrapt.

Voorts stelt de Commissie dat Hongarije artikel 46, leden 5 en 6, van richtlijn 2013/32 schendt, aangezien de wet op het asielrecht in geval van afwijzing van een verzoek om internationale bescherming niet duidelijk voorziet in de mogelijkheid om schorsende werking aan te vragen. Bijgevolg is het recht van verzoekers om op het grondgebied van Hongarije te blijven in afwachting van de uitkomst van het beroep niet gewaarborgd, aangezien de negatieve beslissing uitvoerbaar is, ongeacht of al dan niet beroep in rechte is ingesteld.

____________

1     Richtlijn 2013/32/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende gemeenschappelijke procedures voor de toekenning en intrekking van de internationale bescherming (herschikking) (PB 2013, L 180, blz. 60).

2     Richtlijn 2013/33/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 tot vaststelling van normen voor de opvang van verzoekers om internationale bescherming (PB 2013, L 180, blz. 96).

3     Richtlijn 2008/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 over gemeenschappelijke normen en procedures in de lidstaten voor de terugkeer van onderdanen van derde landen die illegaal op hun grondgebied verblijven (PB 2008, L 348, blz. 98).