Language of document : ECLI:EU:C:2019:817


 


 



Beschikking van het Hof (Achtste kamer) van 3 oktober 2019 –
Gollnisch/Parlement

(Zaak C351/19 P)

„Hogere voorziening – Artikel 181 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof – Europees Parlement – Besluit van de voorzitter van de delegatie voor de betrekkingen met Japan – Lijst van de personen die mogen deelnemen aan een interparlementaire bijeenkomst in Japan waarop verzoekers naam niet is opgenomen – Beroepstermijn – Aanvang van de beroepstermijn – Tardiviteit – Hogere voorziening kennelijk ongegrond”

1.      Hogere voorziening – Middelen – Middelen die kennelijk niet-ontvankelijk of kennelijk ongegrond zijn – Afwijzing, op elk moment, bij met redenen omklede beschikking, zonder mondelinge behandeling

(Reglement voor de procesvoering van het Hof, art. 181)

(zie punt 16)

2.      Beroep tot nietigverklaring – Termijnen – Tardief verzoekschrift – Niet-ontvankelijkheid

(Art. 263, zesde alinea, VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 60)

(zie punten 25, 27)

Dictum

1)

De hogere voorziening wordt kennelijk ongegrond verklaard.

2)

Bruno Gollnisch draagt zijn eigen kosten.