Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Cour de cassation (Frankrijk) op 20 juli 2018 – Société de perception et de distribution des droits des artistes-interprètes de la musique et de la danse (SPEDIDAM), PG, GF / Institut national de l’audiovisuel

(Zaak C-484/18)

Procestaal: Frans

Verwijzende rechter

Cour de cassation

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Société de perception et de distribution des droits des artistes-interprètes de la musique et de la danse (SPEDIDAM), PG, GF

Verwerende partij: Institut national de l’audiovisuel

Andere partijen: Syndicat indépendant des artistes-interprètes (SIA-UNSA), Syndicat français des artistes-interprètes (CGT)

Prejudiciële vraag

Dienen artikel 2, onder b), artikel 3, lid 2, onder a), en artikel 5 van richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij1 , aldus te worden uitgelegd dat zij er zich niet tegen verzetten dat bij nationale regelgeving, zoals artikel 49, II, van wet nr. 86-1067 van 30 september 1986 betreffende de vrijheid van mededeling, zoals gewijzigd door artikel 44 van wet nr. 2006-961 van 1 augustus 2006, ten gunste van het Institut national de l’audiovisuel, dat wat betreft de audiovisuele archieven de begunstigde van de exploitatierechten van de nationale programmamaatschappijen is, een uitzonderingsregeling wordt ingevoerd volgens welke de exploitatievoorwaarden voor de prestaties van uitvoerend kunstenaars en de vergoedingen voor die exploitatie worden geregeld door overeenkomsten tussen de uitvoerend kunstenaars zelf of hun representatieve werknemersorganisaties enerzijds en dat instituut anderzijds, waarbij in die overeenkomsten de tarieflijst van de vergoedingen en de betalingsvoorwaarden voor die vergoedingen worden gespecificeerd?

____________

1 PB L 167, blz. 10.