Language of document :

Beroep ingesteld op 14 juli 2010 -Pedeferri e.a. / Commissie

(Zaak F-57/10)

Procestaal: Italiaans

Partijen

Verzoekende partijen: Stefano Pedeferri (Sangiano, Italië) e.a. (vertegenwoordiger: G. Vistoli, advocaat)

Verwerende partij: Europese Commissie

Voorwerp en beschrijving van het geding

Vaststelling dat verzoekers de hoedanigheid van werknemer van de Europese Commissie hebben en herplaatsing van hen als personeel van het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek te Ispra. Voorts vergoeding van de materiële en immateriële schade die elk van hen heeft geleden.

Conclusies van de verzoekende partij

vaststellen en verklaren dat verzoekers' arbeidsverhouding als werknemer daadwerkelijk tot stand is gekomen in strijd met wet nr. 1369/60 van de Italiaanse Republiek en, dientengevolge, verklaren dat er voor elke verzoeker een arbeidsverhouding als werknemer met de Europese Commissie is ontstaan met de bij de verrichte werkzaamheden behorende voorwaarden op het gebied van de overeenkomst, de bezoldiging en de sociale zekerheid, en wel vanaf de datum vanaf welke verzoekers die werkzaamheden daadwerkelijk verrichten dan wel vanaf een andere datum die het Gerecht in de loop van het geding zal vaststellen;

de Europese Commissie gelasten om verzoekers te herplaatsen als personeel bij het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek te Ispra, onder de daarvoor geldende wettelijke, fiscale en op het gebied van de sociale zekerheid geldende voorwaarden;

de Europese Commissie veroordelen tot betaling aan verzoekers van alle bedragen die hun als werknemer van het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek toekomen alsmede tot betaling van een vergoeding voor het verschil in behandeling op het gebied van de sociale zekerheid en de gezondheidszorg, zoals dit verschil aan het einde van deze procedure zal worden vastgesteld, overeenkomstig de wettelijke en economische status van werknemers van de Europese Unie die werkzaamheden als hulpfunctionaris verrichten en sociale zekerheid genieten;

elke verzoeker een vergoeding te betalen voor de materiële en immateriële schade, welke vergoeding gelijk is aan 50 % van het bedrag dat hun om bovenstaande redenen zal worden toegekend en in elk geval ten minste het bedrag van 50 000 EUR.

____________