Language of document :

Hogere voorziening ingesteld op 7 januari 2019 door Mylène Troszczynski tegen het arrest van het Gerecht (Zesde kamer) van 8 november 2018 in zaak T-550/17, Troszczynski / Parlement

(Zaak C-12/19 P)

Procestaal: Frans

Partijen

Rekwirante: Mylène Troszczynski (vertegenwoordiger: F. Wagner, advocaat)

Andere partij in de procedure: Europees Parlement

Conclusies

het arrest van 8 november 2018 van de Zesde kamer van het Gerecht van de Europese Unie (T-550/17) vernietigen.

Bijgevolg:

het besluit van het Europees Parlement van 14 juni 2017 tot vaststelling van verslag nr. A8-0218/2017 van de Commissie juridische zaken over het verzoek om opheffing van de immuniteit en de voorrechten van Mylène Troszczynski, lid van het Europees Parlement, nietig verklaren,

beslissen over het bedrag dat rekwirante uit hoofde van de proceskosten moet worden toegekend,

het Europees Parlement in alle kosten verwijzen.

Middelen en voornaamste argumenten

1. Over de beoordeling van het tweede middel door het Gerecht

Het Gerecht beschouwt de litigieuze tweet van Mylène Troszczynski niet als een mening die zij in de uitoefening van haar ambt als volksvertegenwoordiger heeft geuit, omdat de tweet betrekking heeft op een specifieke vermeende gebeurtenis in Frankrijk en niet kan worden gelijkgesteld met een algemene meningsuiting over actuele onderwerpen of onderwerpen die door het Parlement worden behandeld, welke kenmerken aanwezig moeten zijn om van een door het Protocol beschermde meningsuiting te kunnen spreken.

Het Gerecht begaat een kennelijke beoordelingsfout aangezien:

ieder Parlementslid door zijn land is gekozen, zijn kiezers vertegenwoordigt en gedurende zijn mandaat een noodzakelijke band met hen moet onderhouden, door met name onderwerpen aan de orde te stellen die hen interesseren of betreffen,

beginsel nr. 2 van mededeling aan de leden 11/2003 een dergelijk onderscheid niet maakt,

het dragen van een gezichtsbedekkende sluier in de openbare ruimte een thema is dat de kiezers in Frankrijk en ook in alle andere Europese landen aangaat en deze uiterlijke belijdenis van de Islam een onderwerp van algemeen belang is dat het openbare leven en de rechten van vrouwen raakt,

het Gerecht de beginselen van het arrest Patriciello had moeten toepassen.

2. Over de beoordeling van het derde middel door het Gerecht

Uit de debatten is gebleken en door het Gerecht is bevestigd dat Mylène Troszczynski niet de auteur is van de litigieuze tweet en dat ze deze meteen nadat ze ervan op de hoogte kwam, heeft verwijderd. Het Gerecht is evenwel van oordeel dat deze twee feiten bij de beoordeling of is voldaan aan de voorwaarden voor opheffing van de parlementaire immuniteit niet in aanmerking mogen worden genomen.

Het Gerecht begaat een kennelijke beoordelingsfout:

door te oordelen dat het niet aan het Parlement staat om te weten of de aan het betrokken lid ten laste gelegde feiten vaststaan, ondanks het feit dat het Parlement de feiten heeft onderzocht en in zijn besluit heeft erkend dat Mylène Troszczynski niet de auteur is van de tweet,

door geen rechtsgevolgen te verbinden aan bepaalde als bijlage bij het verslag van de Comissie juridische zaken gevoegde stukken, namelijk de uittreksels uit de wet van 29 juli 1881 en met name artikel 42 daarvan,

omdat in de beslissing tot terugverwijzing naar de strafrechtbank van 26 april 2018 de hardnekkigheid van een magistraat jegens een parlementslid, dus de bedoeling hem politieke schade toe te brengen, tot uiting komt, wat kenmerkend is voor de fumus persecutionis.

____________