Language of document : ECLI:EU:F:2016:168

ARREST VAN HET GERECHT VOOR AMBTENARENZAKEN
VAN DE EUROPESE UNIE

(Eerste kamer)

21 juli 2016

Zaak F‑127/15

António Gaspar Pinto Ferreira

tegen

Europese Commissie

„Openbare dienst – Ambtenaren – Tuchtmaatregel – Artikel 9, lid 2, van bijlage IX bij het Statuut – Inhouding op het pensioenbedrag – Niet-toegestane nevenactiviteit – Ontbreken van een verzoek om voorafgaande machtiging”

Betreft:      Beroep, ingesteld krachtens artikel 270 VWEU, van toepassing op het EGA-Verdrag op grond van artikel 106 bis ervan, waarmee António Gaspar Pinto Ferreira vraagt om nietigverklaring van het besluit van de Europese Commissie van 16 december 2014 om bij wijze van tuchtmaatregel krachtens artikel 9, lid 2, van bijlage IX bij het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie (hierna: „Statuut”) maandelijks een bedrag van 185 EUR in te houden op zijn ouderdomspensioen, en wel voor een duur van twaalf maanden vanaf de datum waarop hij aanspraak op dat pensioen krijgt, dat wil zeggen vanaf 1 november 2015.

Beslissing:      Het besluit van 16 december 2014 waarbij het tot aanstelling bevoegd gezag van de Europese Commissie Pinto Ferreira de in artikel 9, lid 2, van bijlage IX bij het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie voorziene sanctie heeft opgelegd wordt nietig verklaard. De Europese Commissie draagt haar eigen kosten en wordt verwezen in de kosten van Pinto Ferreira.

Samenvatting

1.      Ambtenaren – Tuchtregeling – Tuchtmaatregel – Toepassing op een ambtenaar in actieve dienst van een sanctie die uitsluitend is voorzien voor ambtenaren die een ouderdomspensioen of een invaliditeitsuitkering genieten – Onwettigheid

(Ambtenarenstatuut, bijlage IX, art. 9, leden 1 en 2)

2.      Ambtenaren – Statuut – Uitbreiding door overeenkomstige toepassing van een door een bepaling van het Statuut toegekend voordeel – Uitgesloten

1.      Artikel 9, lid 1, van bijlage IX bij het Statuut, betreffende tuchtmaatregelen, betreft alle ambtenaren, ongeacht de vraag of zij in actieve dienst zijn of niet, terwijl artikel 9, lid 2, uitsluitend betrekking heeft op ambtenaren die een ouderdomspensioen of een invaliditeitsuitkering genieten.

De instelling handelt daarom in strijd met artikel 9, lid 2, van bijlage IX bij het Statuut door een ambtenaar in actieve dienst een sanctie op te leggen die uitsluitend is voorzien voor ambtenaren die een ouderdomspensioen of een invaliditeitsuitkering genieten.

(cf. punten 23 en 24)

2.      De bepalingen van het Statuut, die uitsluitend tot doel hebben de rechtsbetrekkingen tussen de instellingen en de ambtenaren te regelen door de wederzijdse rechten en plichten vast te stellen, bevatten een nauwkeurige terminologie, waaraan geen uitbreiding mag worden gegeven door overeenkomstige toepassing op niet uitdrukkelijk voorziene gevallen.

(cf. punt 28)

Referentie:

Gerecht van eerste aanleg: arresten van 30 juni 2005, Olesen/Commissie, T‑190/03, EU:T:2005:264, punt 39; 25 oktober 2005, Salvador García/Commissie, T‑205/02, EU:T:2005:368, punt 43, en 22 februari 2006, Adam/Commissie, T‑342/04, EU:T:2006:61, punt 34