Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Landgericht Berlin (Duitsland) op 22 oktober 2018 – Sundair GmbH / WV u.a.
(Zaak C-660/18)
Procestaal: Duits
Verwijzende rechter
Landgericht Berlin
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Sundair GmbH
Verwerende partijen: WV, XU, YT, vertegenwoordigd door XU en ZS
Prejudiciële vraag
Dient artikel 7, lid 1, onder b), juncto artikel 5, lid 1, onder c), van verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van verordening (EEG) nr. 295/911 aldus te worden uitgelegd dat de betrokken passagiers ook recht hebben op compensatie wegens annulering van een vlucht indien de luchtvervoersonderneming die de vlucht uitvoert niet beschikt over een geldige exploitatievergunning in de zin van artikel 2, onder a), van verordening (EG) nr. 261/2004, het ontbreken van een geldige exploitatievergunning althans mede ten grondslag ligt aan de annulering en de passagiers op het tijdstip van de boeking niet op de hoogte waren van het ontbreken van een exploitatievergunning?
____________
1 PB 2004, L 46, blz. 1.