Language of document : ECLI:EU:F:2014:219

BESCHIKKING VAN HET GERECHT VOOR AMBTENARENZAKEN
VAN DE EUROPESE UNIE

(Derde kamer)

18 september 2014

Zaak F‑149/12

Luigi Marcuccio

tegen

Europese Commissie

„Openbare dienst – Invaliditeit – Invaliditeitsuitkering – Inhouding op de invaliditeitsuitkering”

Betreft:      Beroep, ingesteld krachtens artikel 270 VWEU, van toepassing op het EGA-Verdrag op grond van artikel 106 bis ervan, waarmee Marcuccio met name vraagt om nietigverklaring van de besluiten van de Europese Commissie zoals opgenomen in zijn pensioenafrekeningen over de maanden april, mei en juni 2012 om telkens 500 EUR in te houden op zijn invaliditeitsuitkering, nietigverklaring van de besluiten tot afwijzing van de klachten van 15 mei en 10 juli 2012 alsmede van het besluit van 14 augustus 2012 en veroordeling van de Commissie tot terugbetaling van de ingehouden bedragen, vermeerderd met vertragingsrente.

Beslissing:      Het beroep wordt deels kennelijk niet-ontvankelijk en deels kennelijk ongegrond verklaard. Marcuccio draagt zijn eigen kosten en wordt verwezen in de kosten van de Europese Commissie.

Samenvatting

Beroepen van ambtenaren – Arrest houdende nietigverklaring – Gevolgen – Vernietiging van een arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken houdende nietigverklaring van het besluit om een ambtenaar te pensioneren en veroordeling van de instelling tot vergoeding van de geleden schade – Terugbetaling van het ten onrechte betaalde bedrag

De vernietiging, ook al is die gedeeltelijk, door het Gerecht van de Unie van een arrest of beschikking van het Gerecht voor ambtenarenzaken heeft tot gevolg dat de bepalingen waarbij laatstgenoemd Gerecht in dat arrest of die beschikking heeft beslist, worden vernietigd.

Zo wordt door het arrest van het Gerecht van de Unie tot vernietiging van het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken waarbij laatstgenoemd Gerecht het besluit om een ambtenaar te pensioneren nietig had verklaard en de betrokken instelling had veroordeeld tot betaling aan hem van een bepaald bedrag ter vergoeding van de schade die hij door dat besluit had geleden, de rechtsgrondslag weggenomen waarop de schuldvordering was gebaseerd die de ambtenaar op de instelling had.

In deze omstandigheden dient de ambtenaar te voldoen aan het verzoek van de instelling om haar het ten onrechte betaalde bedrag terug te betalen.

(cf. punten 27‑30)

Referentie:

Gerecht van de Europese Unie: arrest Commissie/Marcuccio, T‑20/09 P, EU:T:2011:257, punt 2

Gerecht voor ambtenarenzaken: arrest De Nicola/EIB, F‑63/12, EU:F:2013:169, punt 24